logo-sociale-alliantie6

Thema 'Een onbemind probleem'

schulden

In oktober 2016 verscheen een studie onder de titel 'Een Onbemind Probleem'. Hierin wordt een schets gegeven van knelpunten bij problematische schulden en worden de maatschappelijke kosten en baten verkend die overheidsbeleid op dit terrein met zich meebrengt. De resultaten komen mensen die al langer de praktijk van problematische schulden kennen maar al te bekend voor.
Tijd voor een bespreking van het rapport en illustratie ervan met verhalen uit de praktijk.

In dit dossier vindt u:

 

Thema: werk, werkloosheid en nieuwe wegen

werk werklooshied nieuwewegenBetaald werk wordt al decennia gepresenteerd als de koninklijke weg uit de armoede. Dat dit keer op keer niet werkt voor bepaalde groepen in de samenleving - zoals arbeidsgehandicapten, laagopgeleide mannen en vrouwen die vaak geen startkwalificatie hebben; vrouwen op middelbaar beroepsniveau; niet-westerse migranten; oudere langdurig werklozen - blijkt opnieuw uit een arbeidsmarktanalyse die het UWV onlangs uitvoerde. Ger Ramaekers bericht hierover. In een bijdrage van Trinus Hoekstra laat hij zien dat een deel van de mensen die wel werk vinden in een 'precaire' situatie blijven, omdat de flexibilisering van de arbeidsmarkt ze werkgelegenheid biedt waarmee ze niet uit de armoede komen. Raf Janssen plaatst de vastgelopen strategieën om mensen terug de arbeidsmarkt op te sturen in een brede analyse, en bekijkt de alternatieve kansen die sociale coöperaties en 'bewarende arbeid' bieden. Hub Crijns bespreekt de mogelijkheden die sociaal ondernemen biedt, aan de hand van een SER-advies hierover.

UWV Arbeidsmarktanalyse 2017

arbeidsmarktanalyse kleinUWV heeft de arbeidsmarktanalyse 2017 gepubliceerd met als doel om met deze analyse een bijdrage te leveren aan de arbeidsmarktpositie van groepen met afstand tot de arbeidsmarkt, en input te leveren voor een goede werking van de arbeidsmarkt. In onderstaande bijdrage enkele interessante en opmerkelijke onderdelen. Die komen vaak overeen met zaken die de Sociale Alliantie al langer bepleit. Misschien worden de geesten (te) langzaam rijp?

Klik hier om meer te lezen.

Met flexibilisering ‘van de wal in de sloot’

flexibilisering kleinVVD-leider Mark Rutte stelde tijdens verkiezingsdebatten voor om uitkeringen te korten, omdat er volgens hem bij een aantrekkende economie genoeg (betaald) werk is. Een verlaging van uitkeringen bedoelde hij als een spreekwoordelijk ‘duwtje in de rug’. Voor velen voelt het evenwel vanwege de onzekerheid op de arbeidsmarkt als een duw ‘van de wal in de sloot’. 

Klik hier om meer te lezen.

Kan arbeid de groeiende kloof in de samenleving overbruggen?

 pont d avignon klienVolgens een bekend kinderliedje gaan mensen in het Franse Avignon vrolijk dansend een brug op. Ze bereiken echter nooit de overkant, omdat de brug halverwege de rivier ophoudt. Iets dergelijks overkomt bijstandsmensen en werklozen die voor de zoveelste keer met prikkelende begeleidingsmuziek de arbeidsmarkt opgestuwd worden, omdat dit de koninklijke weg uit de armoede zou zijn en omdat de economische crisis overwonnen is en er weer meer werkers nodig zijn. In de hoop de slechte kant van de maatschappelijke kloof achter zich te laten, stapt menigeen de arbeidsbrug op. Velen bereiken echter de overkant van de kloof niet. Ze blijven hangen in de armoede en de onzekerheden die reeds hun deel waren. Wat nu? Kan de arbeidsbrug verlegd of verlengd worden? Kan de kloof wat smaller gemaakt worden? Of moet de mensen geleerd worden nog beter te dansen en te springen? Een toekomstgerichte terugblik op beleid en praktijk van armoedebestrijding is nodig voor het vinden van een eerlijk antwoord op deze vragen.

Klik hier om de samenvatting van dit artikel van Raf Janssen te lezen.
Klik hier om het hele artikel te lezen.

SER adviseert de regering over sociaal ondernemen

sociaal ondernemen kleinDe Sociaal-Economische Raad heeft op 22 mei 2015 het SER-advies ‘Sociale ondernemingen: een verkennend advies’ vastgesteld. Dit rapport is de reactie van de Raad op een adviesvraag van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Hij heeft de SER gevraagd in hoeverre en op welke wijze de (rijks)overheid aansluiting kan vinden bij de ontwikkelingen rondom sociaal ondernemerschap. Het advies geeft geen antwoord op de vraag op welke wijze een specifiek maatschappelijk probleem het beste kan worden opgelost.
Hub Crijns bericht over het rapport.

Klik hier om dit artikel te lezen.

Eenvoud loont

Oplossingen om schulden te voorkomen

eenvoud loontVoor een groeiende groep Nederlanders is de samenleving te ingewikkeld geworden. Zij lopen een verhoogd risico om in de schulden te raken. De Raad voor Volksgezondheid en Samenleving (RVS) onderzocht hoe overheden en andere organisaties kunnen voorkomen dat mensen in de schulden raken. Eenvoud is het sleutelwoord. De RVS denkt dat veel schulden voorkomen kunnen worden door regels eenvoudiger te maken. Het is een van de aanbevelingen in het vandaag gepubliceerde advies “Eenvoud loont. Oplossingen om schulden te voorkomen”.

Schulden ontstaan vaak door een samenspel van factoren, zoals een laag of onzeker inko-men, weinig financiële vaardigheden en een beperkt (sociaal) netwerk. Schulden hebben een negatief effect op de gezondheid van mensen. Maar ook andersom geldt: door ziekte kunnen schulden ontstaan. De RVS onderzocht in dit advies hoe overheden en andere organisaties, zoals verzekeraars, kunnen voorkomen dat mensen in de schulden raken. De raad stelt vast dat er veel wordt gepraat over het onderwerp, maar dat er op het vlak van preventie nog nauwelijks vooruitgang is geboekt. De raad komt met drie oplossingen om schulden te voorkomen.

Eenvoudige regels

De eerste oplossing ligt in het eenvoudiger maken van regels en uitvoering. De RVS wijst met name op de noodzaak om de toeslagensystematiek van de Belastingdienst te vereenvoudigen. Pauline Meurs, voorzitter van de RVS:“Mensen met inkomensondersteuning heb-ben gemiddeld te maken met dertien verschillende regelingen. Veel mensen raken verstrikt in dit web van regelingen die bovendien allemaal een andere kant op wijzen.” De raad realiseert zich dat het structureel wijzigen van de toeslagensystematiek tijd kost. Een oplossing voor de korte termijn is het direct overmaken van toeslagen naar de organisaties waar de toeslag voor bedoeld is. Meurs: “Zo zou de huurtoeslag meteen naar de wooncorporatie en de zorgtoeslag direct naar de zorgverzekeraar moeten worden overgemaakt. Ook moeten altijd individuele oplossingen bij complexe probleemgevallen mogelijk zijn, als het nodig is ook buiten de bestaande regels om. Denk daarbij aan coulanceregelingen.

Financiële hulp

De RVS ziet een tweede oplossing in het bieden van financiële hulp en advies, nog voordat er schulden zijn. Mensen moeten eenvoudiger en sneller toegang krijgen tot hulp. Gemeenten hebben al de mogelijkheid om laagdrempelige hulp aan te bieden, maar daar wordt nog te weinig gebruik van gemaakt. Goede voorbeelden zijn er wel al, zoals in Amersfoort. Alle gemeenten zouden dit moeten aanbieden.

Meer verantwoordelijkheid bij schuldeisers

Tenslotte pleit de RVS ook voor een heldere zorgplicht van de schuldeisers. De verantwoordelijkheid van overheid, bedrijven en organisaties om te voorkomen dat mensen schulden krijgen, moet worden versterkt. Denk daarbij aan begrijpelijke communicatie en alertheid op laaggeletterdheid. Of aan het tijdig bieden van hulp of een regeling bij een achterstand in betaling. Ook hiervan zijn al goede voorbeelden, zoals de City Deal Inclusieve Stad, een initiatief van een aantal steden en ministeries. Deze voorbeelden verdienen navolging. Overheid, bedrijven en organisaties moeten meer investeren in innovatie en het leren van elkaar.
“Wij zien ook veel voordelen in een landelijk incassobureau – naar Zweeds voorbeeld. Het biedt betere bescherming aan mensen met een schuld. Bovendien zijn schuldproblemen eerder zichtbaar, omdat problematische schulden op één plek terechtkomen”, aldus Meurs.

Klik hier om  het advies 'Eenvoud loont - oplossingen om schulden te voorkomen' te downloaden.

 

Met flexibilisering ‘van de wal in de sloot’

flexibiliseringVVD-leider Mark Rutte stelde tijdens verkiezingsdebatten voor om uitkeringen te korten, omdat er volgens hem bij een aantrekkende economie genoeg (betaald) werk is. Een verlaging van uitkeringen bedoelde hij als een spreekwoordelijk ‘duwtje in de rug’. Voor velen voelt het evenwel vanwege de onzekerheid op de arbeidsmarkt als een duw ‘van de wal in de sloot’.
Begin dit jaar stond de werkloosheid genoteerd op een percentage van 5,4% van de beroepsbevolking. Dat is aanzienlijk beter dan de 7,9 % in 2014, maar eind 2008 lag het op slechts 3,6%. De verwachting is dat het huidige relatief hoge percentage in verband met een beperkte economische groei maar langzaam zal afnemen.
Het kenmerk van de huidige werkloosheid is dat deze anders dan tijdens een eerdere periode van hoge werkloosheid zoals in de jaren ’80, gepaard gaat met toenemende onzekerheid op de arbeidsmarkt. Deze onzekerheid wordt veroorzaakt enerzijds door een afgenomen recht op een WW-uitkering, waardoor men sneller in de bijstand terecht komt. Anderzijds is er de flexibilisering van arbeidsrelaties. Want in toenemende mate nemen mensen als flexkracht of als zelfstandige zonder personeel (zzp’er) deel aan de arbeidsmarkt. Afhankelijk van de precieze definitie gaat het in totaal om 35 tot 40% van alle werkenden. De gevolgen van de onzekerheid die ermee samenhangt zijn te bespeuren in een toename: van het aantal werkende armen; van mensen in situaties met hoge schulden; en van mensen die een beroep moeten doen op voedselbank en noodhulp.
Een belangrijke verklaring voor de huidige arbeidsmarktsituatie ligt in het arbeidsmarktbeleid dat in 2008 vlak voor de kredietcrisis en de daarop volgende economische crisis werd ingezet. In dat jaar presenteerde de commissie Bakker het rapport ‘Naar een toekomst die werkt’. De voorzitter van de commissie, de TNT-topman Peter Bakker, sprak toen de gevleugelde woorden: “Er is werk voor iedereen”. De kern van het rapport was de waarschuwing voor een komende structurele schaarste op de arbeidsmarkt. Men verwachtte op grond van het met pensioen gaan van de babyboomgeneratie en bevolkingsafname een begin van een structureel tekort aan werknemers op de arbeidsmarkt in 2011, oplopend tot een tekort van 1 miljoen werknemers in 2040.
Iedereen, ook mensen met een beperking en mensen in de bijstand, moest op een verhoogd flexibele wijze beschikbaar komen voor de reguliere arbeidsmarkt. Met de Participatiewet die in 2015 is ingevoerd heeft het geleid tot bezuinigingen op sociale werkplaatsen, overigens veelal met als gevolg dat mensen met een beperking helemaal kwijt raakten wat men aan werk nog had.
Ouderen moesten langer doorwerken. Het heeft geresulteerd in de huidige verhoging van de AOW- en pensioengerechtigde leeftijd. Een verhoging die nu overigens in plaats van als arbeidsmarktmaatregel meer als begrotingsmaatregel, met het oog op de betaalbaarheid van AOW-uitkeringen en pensioenbetalingen, wordt gehanteerd.
In 2008 was de aanname dat mensen bij arbeidsmarkthervormingen misschien wel baanzekerheid zouden verliezen, maar daar tegenover stond werkzekerheid vanwege de verwachte krapte op de arbeidsmarkt. Ten gevolge van een economische crisis zijn de verwachtte te-korten op de arbeidsmarkt evenwel uitgebleven, is de arbeidsmarkt echter wel verder geflexibiliseerd en is de nadruk op participatie in betaald werk eerder toe dan afgenomen.
In het landverslag dat de Europese Commissie in februari over Nederland heeft gepubliceerd, wordt met klem gewezen op wat er mis gaat op de Nederlandse arbeidsmarkt. Het Nederlandse werkloosheidscijfer, één van de laagste in de Europese Unie, heeft volgens het verslag een donkere keerzijde. De toegenomen werkgelegenheid is vooral te danken aan tijdelijke contracten en werk voor zzp’ers. Met het aandeel tijdelijk werk heeft Nederland dan ook één van de hoogste scores gevestigd in de Europese Unie. Het verslag tekent er bij aan dat het percentage onvrijwillig tijdelijk werk van 33,9% in 2010 is opgelopen is naar 54,6% in 2015. Het is een ontwikkeling die volgens de Europese Commissie toenemende tegenstellingen op de arbeidsmarkt en toenemende baanonzekerheid met zich mee brengt. Het ‘van de wal in de sloot’-gevoel van mensen op zoek naar werk vanuit een uitkeringssituatie, is dus niet alleen maar een ‘gevoel’ en vraagt volgens de Europese Commissie dringend om actie van een volgend kabinet..

Trinus Hoekstra, diaconaal specialist bij Kerk in Actie binnenland en secretaris van de Beraadgroep Samenlevingsvragen van de Raad van Kerken

Klik hier om naar de startpagina van het themadossier 'Werk, werkloosheid en nieuwe wegen' te gaan.

De strijd tegen armoede behoeft een nieuwe noemer

Samenvatting artikel 'Kan arbeid de groeiende kloof in de samenleving overbruggen?'

De strijd tegen armoede is vastgelopen. Vastgelopen enerzijds in een overheidsoffensief om mensen terug een arbeidsmarkt op te sturen die hen eerst buiten spel heeft gezet en die hen nu afscheept met een loon waarvan niet valt te leven. Vastgelopen anderzijds in een maat-schappelijk offensief om met charitatieve activiteiten de ergste nood van mensen te lenigen zonder de structurele oorzaken van deze nood op te sporen en aan te pakken. Drie ontwikkelingen hebben bijgedragen aan het ontstaan van deze verlammende situatie. Op de eerste plaats het verdwijnen van het vermogen bij het gros van de mensen om zich de samenleving anders voor te stellen dan deze nu is. Dat vermogen was al niet zo goed ontwikkeld en bij de val van de Berlijnse Muur in 1989 is het nagenoeg geheel verloren gegaan. Daardoor kunnen mensen, organisaties, partijen, overheden zich geen samenleving meer voorstellen die anders is dan de huidige.
Dat onvermogen versterkt een tweede ontwikkeling die altijd al in de kiem aanwezig was, namelijk het reduceren van maatschappelijke vraagstukken tot persoonlijke problemen. Het armoedevraagstuk wordt gedefinieerd en dus ook behandeld als een probleem van/met arme mensen. Een derde ontwikkeling die in de hand werkt dat de strijd tegen armoede versnippert in een reeks van individuele aanpassings- en hulptrajecten, is het zich terugtrekken van maatschappelijke organisaties op hun eigen kerntaak. Dat belemmert de vorming van dwarsverbanden en coalities die nodig zijn om uit het gangbare denken en doen te breken. In de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw vormden zich basisgroepen van achtergestelden, waaronder werklozen, arbeidsongeschikten, buitenlandse werknemers en andere migranten, bijstandsmensen en minimumloners. Ze werden ondersteund door kritische welzijnswerkers die vooral actief waren in achterstandswijken. Vanuit concrete hulpverleningssituaties probeerden deze werkers maatschappelijk achtergestelden aan te zetten tot en te helpen bij het ontwikkelen van een sociale politiek. Dat gebeurde met het doel om in alle sectoren van de samenleving te komen tot een rechtvaardiger verdeling van de welvaart. Het na de oorlog opgebouwde stelsel van sociale zekerheid voldeed in hun ogen niet meer: het was te zeer vervlochten met een economisch bestel dat ongelijkheid creëert en de aarde uitput.
Om concrete hulp en maatschappelijke verandering aan elkaar te koppelen en om verschillende bewegingen met elkaar te verbinden werd vanaf het midden van de jaren zeventig de strijd tegen armoede als gezamenlijke noemer gelanceerd. Deze noemer heeft decennialang een samenbindende en mobiliserende werking gehad. Zeker in het begin toen de landelijke politiek en overheid tegen de feiten in bleven ontkennen dat in het rijke Nederland sprake was van armoede. Uiteindelijk werd bij de overheid toch de erkenning afgedwongen dat er inderdaad ook in Nederland sprake was van armoede. Dat betekende aanvankelijk een ver-sterking van de brede strijd tégen verarming en vóór vernieuwing van de samenleving. Maar in het eerste decennium van deze eeuw kreeg de geïndividualiseerde armoedevisie van de overheid steeds meer aanhang en werd armoede meer en meer verengd tot een probleem van achterblijvers, die eerst en vooral geholpen moesten worden om weer aan het werk te komen. Daardoor is de mobiliserende werking van de noemer ‘armoede’ steeds meer teloor gegaan. De kloof tussen arm en rijk is toegenomen; mensen zijn daar bezorgd en boos over. Armoede is niet langer een geschikte term om deze groeiende boosheid uit te laten groeien tot een positieve beweging voor vernieuwing van de samenleving. Daar is een andere noemer voor nodig met een verbindende en mobiliserende werking die vergelijkbaar is met de functie die destijds termen als ‘sociale zekerheid’ en ‘armoede’ hadden. De term ‘bestaanszekerheid’ lijkt zich daar voor aan te dienen.
De beweging die deze vernieuwing in gang zet, is al gaande. Vanuit de basis van de samenleving. Op diverse terreinen. Ze komt concreet tot uiting in een bonte verzameling van burgerinitiatieven, die allemaal kenmerken van sociale coöperaties in zich dragen. Er moet voor gewaakt worden dat overheden en organisaties – al dan niet met goede bedoelingen – deze beweging overnemen en ze daarmee beroven van haar veranderkracht. Daarom is het maken van goede afspraken over de onderlinge relatie van belang: dat kan de bewegingen ondersteunen in hun verkenningstochten naar nieuwe verhoudingen in de samenleving en het kan de overheden weer meer terugbrengen naar haar rol van temmer van een doorgeschoten markteconomie. Dat vernieuwingsproces speelt zich af in een nieuw sociaal domein, dat naast het private en het publieke domein ontstaat. Het is het domein van het gemeenschappelijke, het gemeengoed, het domein waar particuliere initiatieven inhoud en vorm geven aan collectieve belangen, aan grondrechten rond bestaanszekerheden waarvoor voorheen de overheid garant stond. Dat heeft ook een vernieuwende werking ten aanzien van de inhoud en vorm van deze bestaanszekerheden, waaronder met name werkgelegenheid. In plaats van arbeid die mens en aarde opsoupeert, ontwikkelen mensen in sociale coöperaties vormen van bewarende arbeid, arbeid die mens en natuur in stand houdt, bewaart. Zo’n arbeid kan wel een brug slaan over de dieper geworden kloof in de samenleving.

Klik hier om het hele artikel te lezen.

Klik hier om naar de startpagina van het themadossier 'Werk, werkloosheid en nieuwe wegen' te gaan.

Deel deze pagina via sociale media

logo armoede live 10jaarlater

logo expeditie sociale cooperatie

Adres

t.a.v. Amel Namane/ Sociale Alliantie
p/a FNV
Correspondentie per mail heeft de voorkeur:

mailadres2

Volg ons op sociale media