logo-sociale-alliantie6

Veel huishoudens raken in nood

Door Hub Crijns

stresstest bDe coronacrisis heeft grote gevolgen voor de samenleving, de economie, bedrijven, en ook huishoudens. Het Centraal Plan Bureau (CPB) heeft samen met de Autoriteit Financiële Markten (AMF) een stresstest huishoudens verricht, en de uitkomsten signaleren dat minstens 75.000 en maximaal 150.000 huishoudens binnen drie maanden in financiële problemen komen.

Klik hier om dit artikel te downloaden als pdf-document.Klik hier om dit artikel te downloaden als pdf-document.

Inkomen gaat teruglopen, schulden gaan ontstaan

Een forse groep huishoudens komt na inkomensverlies snel in de financiële problemen, ondanks het sociale vangnet van de WW en de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandige ondernemers (Tozo). Ruim 100.000 huishoudens kunnen na verlies van werk binnen een half jaar hun maandlasten niet meer dragen. Ruim 73.000 hebben die grens na hooguit drie maanden al bereikt. Zelfstandigen zijn extra kwetsbaar, zelfs met Tozo. Deze stresstest gaat voorbij aan eventuele onverwachte uitgaven zoals kapot witgoed of de reparatie van een kapotte auto en veel huishoudens kunnen daardoor extra kwetsbaar zijn.
Uit de stresstekst blijkt dat vooral zelfstandigen kwetsbaar zijn voor inkomensverlies. "Zonder de Tozo-regeling zou hun risico om snel in financiële problemen te komen tien keer zo groot zijn geweest als voor werknemers. Door de Tozo worden zelfstandigen beter beschermd, maar hun risico om binnen drie maanden niet meer rond te kunnen komen, blijft vier keer zo groot als voor werknemers."
Om dit te voorkomen, zeggen AFM en CPB: "Het is van belang om met name zelfstandigen te stimuleren om financieel weerbaarder te worden door meer financiële reserves aan te houden. Een deel van de kwetsbare huishoudens heeft echter structureel te weinig inkomen om financiële reserves op te bouwen."
Ook wijst de stresstest uit dat juist de kwetsbaarste huishoudens het grootste risico lopen om in deze crisis het werk te verliezen. "Dit zijn vaker lagere inkomens, alleenstaanden of alleenverdieners en jonge mensen. Na het verliezen van hun baan zijn de lasten van deze huishoudens in doorsnee 10 tot 40 procent hoger dan hun inkomen. Er is voor deze groep nauwelijks ruimte om hun financiële situatie te verbeteren, en er bestaat het risico dat zij zich wenden tot niet-gereguleerde ‘kredieten’ met een mogelijk onhoudbare of niet-passende schuldenlast tot gevolg. Daarom is mogelijk aanvullende ondersteuning van de overheid nodig nadat zij het inkomen verliezen."

De kwetsbare groep huishoudens is divers

Het zijn niet allemaal dezelfde huishoudens die kwetsbaar zijn. Eerder onderzoek van het CPB heeft al eerder aangewezen dat de helft van de huishoudens sinds de financiële kredietcrisis beschikt over een minimale reserve van een tot drie maanden. Bij tegenslag als baanverlies of partnerverlies volgt inkomensteruggang. Veel mensen uit de kwetsbare huishoudens komen al snel geld tekort voor hun normale leefpatroon en uitgaven voor wonen en eten. Vooral de uitgaven voor het wonen nemen een groot deel van het beschikbare inkomen in (vaak vijftig tot vijfenzestig procent). Dan ontstaan er snel tekorten. En dan zijn extra onverwachte uitgaven zoals kapotte fiets, wasmachine of auto niet meegenomen. Of voor zelfstandigen onverzekerde ziektekosten.
Huishoudens met weinig reserves achter de hand zijn zelfstandigen zonder personeel met vaak kleine bedrijven met een opdrachtgever. Alleenstaande mensen, die in hun eentje het huishoudinkomen moeten verdienen, en mensen met kinderen (alleenstaand of tweeouders). Kinderen zorgen voor hoge kosten, zeker nu weer het schoolseizoen begint. Ook jongeren zitten in de hoek waar de coronaklappen vallen. Veel flexibele banen in horeca bijvoorbeeld zijn weggevallen. Jongeren krijgen ook vaak niet veel betaald en als dat weinig wegvalt komen ze in de problemen, vooral als ze zelfstandig zijn gaan wonen.
Er zijn nog buffers: mensen in loondienst krijgen nog een tijdje werklozenuitkering; zelfstandigen kunnen een beroep doen op de coronasubsidies, zoals de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers Tozo-regeling. En het laatste vangnet is de algemene bijstand. Tegelijk wijzen de signalen uit dat dit niet genoeg is. Vooral huishoudens met lage inkomens hebben voor hun vaste lasten (wonen, zorgverzekering, andere verzekeringen, internet en telefoon) vaak driekwart van hun inkomen nodig. Dan komen de grenzen van wat nog kan snel in zicht. En huishoudens in de knel weten vaak niet de weg naar de toeslagen waar ze recht op hebben, of komen juist door die toeslagen in de problemen (het beruchte terugvorderen na twee jaar als blijkt dat de vooraf opgegeven inkomenssituatie lager is dan het feitelijk na twee jaar vastgesteld inkomen). Veertig procent van de huishoudens vraagt geen toeslagen aan. En wie dat wel doen krijgen te maken met wachttijden of moeten vaak wachten tot volgend jaar. Daardoor komen de zogenoemde inkomensplaatjes (waar mee gerekend wordt bij de begrotingen) niet overeen met de feitelijke situatie.

Er komt zwaar weer aan voor de huishoudens

De ‘Stresstest huishoudens’ van CPB en AMF laat zien, dat huishoudens op de wat langere duur in de problemen komen. De schattingen lopen nu uiteen van 75.000 tot 150.000. Het aantal is afhankelijk van de reserves die huishoudens hebben en de subsidies die ze nu krijgen. Maar duidelijk is dat dit tijdelijke zaken zijn. In de nabije toekomst raakt de bodem van de knip in zicht. Dan ontstaan roodstaan, achterstallige betalingen, schulden. Als huishoudens zich wenden tot consumptieve kredietverleners nemen de schulden toe. Er moet dus vooral iets gebeuren in de toegankelijkheid van schuldhulpverlening: preventief waarschuwen, weinig drempels, toegankelijke taal, snelle hulp. De ervaring nu is dat mensen met financiële problemen vaak het ene gat met het andere vullen en te optimistische toekomstverwachtingen hebben. We kunnen dit wel redden en straks hebben we weer werk en inkomen. Maar juist die werkverwachting staat onder sterke druk. Het UWV maakt begin september 2020 bekend dat het verwacht dat de piek van de werkloosheid over twee jaar hoger zal zijn dan de piek na de financiële kredietcrisis. Er is dus veel te doen aan de arme kant van Nederland.

Hub Crijns is lid van de Stuurgroep Knooppunt Kerken en Armoede

link

 

Afdrukken

Deel deze pagina via sociale media

logo armoede live 10jaarlater

logo expeditie sociale cooperatie

Adres

t.a.v. Amel Namane/ Sociale Alliantie
p/a FNV
Correspondentie per mail heeft de voorkeur:

mailadres2

Volg ons op sociale media