Jezus en de rijke tollenaar
Column Hub Crijns, april 2018
Het verhaal van de ontmoeting tussen Jezus, de rondreizende rabbi met zijn leerlingen, en Zacheüs, de rijke tollenaar, is een bekende parabel uit het evangelie van Lucas (19:1-10). We kunnen daar iets van leren.
Van belang is om iets van de achtergrond van die tijd te weten. Jericho, de palmstad, was beroemd door de vele kwekerijen van kruiden, bestemd voor geurige balsemoliën. Jericho was ook een belangrijk knooppunt van wegen. Als je in zo’n plaats tollenaar of belastingheffer was, dan had je beslist een goede boterham. En in de tijd van Jezus werd deze belasting geïnd voor de Romeinse bezetter van Israël. Die positie gaf ook onvrede onder de Joodse bevolking. De belastinginner was niet geliefd en mikpunt van hatelijke blikken. Niet alleen omdat de tollenaar heulde met de bezettende macht, maar ook omdat hij meer geld vroeg dan hem toekwam. De tollenaar verrijkte zich aan de mensen, die zich niet te weer konden stellen vanwege de macht van de Romeinen. Zacheüs had carrière gemaakt.
Nu kwam Jezus in Jericho langs met zijn ruime schare aan volgelingen. Zacheüs wilde Hem graag zien. Maar hij was klein van stuk en de mensen lieten hem niet door. Daarom liep hij vooruit en klom in een boom. Toen Jezus bij die boom kwam, keek hij omhoog en riep naar de man in de boom: ‘Kom vlug naar beneden, Zacheüs. Vandaag kom Ik bij jou op bezoek’. Zacheüs klom meteen uit de boom en verwelkomde Jezus bij hem thuis. De mensen die dit zagen, morden: ‘Jezus gaat binnen in het huis van iemand die niet eerlijk is!’ Tegelijk valt op te merken dat die Jezus het goed uitgezocht heeft. Als hij het huis van een gewoon iemand had uitgekozen of van een arme, dan was het met de geboden gastvrijheid snel klaar geweest. Nu hij de rijkste man van de stad had uitgekozen, waren Jezus en zijn vele volgelingen verzekerd van gulle gastvrijheid. Eten, drinken, onderdak, veilige slaapplaats: alles aanwezig.
In het verhaal zit verstopt het wonder van een echte ontmoeting. En de vraag wie die ontmoeting en de daaruit voortkomende verandering, bekering bewerkstelligt. Aan de ene kant is Zacheüs een hoofdpersoon omdat hij Jezus gaat opzoeken en om hen goed te kunnen zien in een boom klimt. Aan de andere kant is Jezus, die Zacheüs in de boom opmerkt en hem naar beneden roept om in zijn huis te willen zijn. Die ontmoeting is van groot belang geworden, voor beide partijen. Gast zijn van en gastvrijheid verlenen aan Jezus, die banden heeft met God, verandert de situatie.
Zacheüs zei tegen Jezus: ‘Jezus, ik heb iets goed te maken. Kijk, ik geef de helft van al wat ik heb aan de arme mensen. En ik geef vier keer zoveel geld terug aan de mensen van wie ik het heb afgepakt.’ Jezus zei tegen Zacheüs: ‘Nu ben jij ook een vriend van God.’
Je moet het maar durven tegenwoordig, om als rijkere mens, die weet heeft dat zijn rijkdommen niet altijd even eerlijk zijn verworven, een ontmoeting aan te gaan met die Jezus en zijn volgelingen. Hij plukt je kaal en al je voorraden gaan op aan die gastvrije ontmoeting. En je krijgt last van je geweten, wroeging over je handelwijze, wil het weer goed maken. Dat kan door de helft van je bezit weg te geven aan arme mensen. En van wie je onrechtmatig geld hebt afgepakt, geef je vier keer zoveel terug. Kom daar maar eens om bij de rijke mensen van Nederland anno nu. Die zullen zich heus niet haasten om Jezus te zien, laat staan in een boom klimmen. Je kan maar beter met je luxe boot op het IJsselmeer gaan rondtoeren.
Hub Crijns is oud directeur van landelijk bureau Dienst in de Industriële Samenleving vanwege de Kerken (DISK).