logo-sociale-alliantie6

Kleine reset van de sociale zekerheid

Klik hier om dit artikel te downloaden als pdf-document.

Essay door Ellie Smolenaars

reset - beeld van wikimedia commons De laat-moderne burger stuit op een sociale zekerheid geworteld in 250 jaar industriële samenleving. Een reset zet bestaanszekerheid op nummer één en ontwikkelt bestaanszekerheid-plus met een gemeenschappelijke risico-taal en een brede definitie van arbeid inclusief levensloopactiviteiten. Dit essay is op zoek naar het goede vanuit de ervaring en glanzende ogen van gebruikers.

Stel, je zou met gebruikerservaringen het sociale zekerheidssysteem opnieuw opstarten, wat zou je behouden, wat slanker en sneller maken, welke nieuwe onderdelen of programma's erbij installeren? Een reset start de goede, functionerende elementen opnieuw en bedt ze in, in het nieuwe, het snellere, het lichtere systeem. Zonder afstortgevaar, want in economie en sociale zekerheid is het totale instorten van het systeem vergelijkbaar met een terugkeer naar de donkere middeleeuwen of de latere 'dark ages' ten tijde van de beginnende industrialisatie in de negentiende eeuw, toen mensen nog zonder bescherming van de staat leefden.

Een reset start de goede, functionerende elementen opnieuw. (…) Zonder afstortgevaar

Hoe werkt dat, een reset vanuit gebruikers? Dit essay focust op de ervaringen van een select aantal gebruikers die lang op het bestaansminimum leeft, of leefde. Ze vullen met hun levenslopen het hart van dit essay (par. 2), geflankeerd door twee essentiële actuele trends (par. 1): de komst van de integrale economie en (par. 3) de opkomst van de laat-moderne burger. De uitkomst (par. 4): vier sterke componenten voor de reset van de sociale zekerheid.

I. De integrale economie: cruciale veranderingen sinds 2000

blokkenIn de integrale economie is loonarbeid niet meer de vaste grondpijler voor burgers. Sinds 2000, zo betogen de Franse sociologen Luc Boltanski en Arnaud Esquerre, ontwikkelt de economie zich richting een ‘integrale economie’ (Boltanski en Esquerre 2019; Boltanski, Chapello en Elliott 2018). De focus verschuift naar andere processen van waarde-vermeerdering, waarbij de belangrijke pijlers van de toekomst zijn: kapitaal; bezit van en toegang tot grondstoffen; handel; ondernemen; productie van luxe producten en verkoop van diensten middels storytelling. Denk bijvoorbeeld ook aan de platformeconomie om je heen met ebay, airbnb of marktplaats, de handel in aandelen, of huisbezit/onroerend goed en het belang van ongelijkheid en Piketty's analyse van kapitaal en vererven (Janssen 2020). Onderdeel van de integrale economie is het concept 'nieuwe economie', waarin ook veel waardevermeerdering niet over geld of arbeid gaat, maar over gebruik maken van 'gratis' diensten als facebook en google, in ruil voor je data, een goudmijn en een van de 'cruciale productiefactoren van de toekomst' (Luiten van Zanden 2019).

In deze integrale economie participeert iedereen bijna dagelijks: als consument, als prosument, als producent, als gebruiker en aanbieder van goederen en diensten. Het sociale landschap is daarmee versnipperder en complexer dan de strikt industriële samenleving van de negentiende en twintigste eeuw. Toen, met entrepreneurs en werknemers, met werkgeversverenigingen en vakbonden, en de daaraan gelieerde politieke partijen, de arbeids- en socialezekerheidswereld nog redelijk simpel verdeeld was. In de 2020-s is het veld complexer. Met ondernemers, zzp'ers en zmp'ers, met deeltijdwerkers, ebay-handelaren, aandeelhouders, huizenbezitters, huizenverhuurders, energieproducenten. Deze complexiteit is (nog) niet precies terug te herkennen in de statistieken met inkomens- en vermogenscomponenten (*eindnoot 1).

De 2020-s lijken misschien wel meer op het voor-industrieel tijdperk

Frappant is dat, trek je een langere zevenmijlslaarzen-lijn door de geschiedenis, dan lijken de 2020s misschien wel meer op het voor-industrieel tijdperk toen verschillende inkomens, vermogens- en ruilcomponenten samen het inkomen bij elkaar moesten sprokkelen (income-packaging) en het aantal inkomensbronnen daarmee gevarieerder was dan in latere, industriële tijden waarin loonarbeid centraal stond. Rollen en posities waren eveneens variabel: je kon landbouwer, handelaar, handwerker tegelijk zijn. Wonen deed je daarbij in of naast je 'home-office'. En hulp of bijstand, dat was een zaak van familie, lokale werkgevers, de kerk of gemeente: het decentraal niveau dicht bij de burger.

De geografische en communicatieve omstandigheden in de integrale economie zijn fundamenteel anders. Kapitaal is redelijk vloeibaar en platformen ageren wereldwijd. En personen? Mensen zijn soms mobiel (migratie) maar de sociale zekerheid is dat nog beperkt. De meeste sociale zekerheid is plaats-, land- en EU-gebonden. Premies en belastingen ook, en premies en belastingen worden niet geheven op de productie van big data, of AI, als productiefactoren van de toekomst. Sterker nog, multinationale bedrijven worden met kortingen gelokt, terwijl ook wordt geworven met een veilig, sociaal land en goed opgeleide werknemers.

Kortom, de integrale, of nieuwe, economie schudt de kaarten opnieuw en werpt dringende vragen op: Wat gebeurt er met het basisstelstel aan sociale zekerheid? Staat dit los van de integrale economie? Hoe spelen burgers mee? Kan vanuit de ervaringen van gebruikers bijgedragen worden aan de toekomst?

II. Leven in de integrale economie zonder kapitaal: het belang van risico's

Van de integrale economie naar burgers die lange tijd leven of leefden op het bestaansminimum lijkt een grote stap. Dat is het ook en het is een noodzakelijke sprong. De beschaving van een land laat zich ook meten aan de omgang met bestaansrisico's. Is er bestaanszekerheid? Krijg je nieuwe kansen aangeboden? Kun je meedraaien in de samenleving? Wordt naar de stem van mensen die langere tijd op het bestaansminimum leven geluisterd? Wat doet er volgens hen toe?

Dataset en denktank: Armoede Live 2008-2018

In het onderzoeksproject 'Armoede Live!' (Sociale Alliantie 2018) werden twee decennia levenslopen op en rond het bestaansminimum in beeld, tekst en audio gebracht. Het leverde biografische reconstructies op gebaseerd op open interviews en leest als samenvatting van wat mensen belangrijk vinden, hoe ze hun levens beschrijven en situaties beleven. Het gaat om een select aantal van elf mensen die tien jaar geleden in 2007/08 meededen; negen van hen deden in 2017/2018 opnieuw mee. Het feit dat je bereid bent een onderzoeker te woord te staan over het thema 'armoede' zegt al iets over hoe je er zelf in staat: je zit niet (meer helemaal) in de put, hebt energie over en je wilt je uiten over het thema. Het resultaat is een dataset met tweehonderd jaar ervaring met en expertise over leven van een lager inkomen (plus weinig kapitaal) in Nederland rond (want retrospectief) en na de eeuwwisseling.

Een gemeenschappelijke overeenkomst is dat ieder van de deelnemers in zijn/haar leven de ontstane financiële problemen terugbrengt tot een ingrijpende gebeurtenis. Door deze gebeurtenis, of omstandigheid, werd het nodig om van de bijstand of een vergelijkbare regeling te leven. In verzekeringstaal wordt dan van risico's gesproken. Het gaat om risico's als: een langdurige ziekte; een verslaving; een scheiding; een faillissement/in de schulden; een arbeidsconflict. Zonder kapitaal achter de hand, zonder vaste arbeidsloopbanen, zijn de risico's in deze levenslopen tot geldproblemen geworden.

Hoe kom je dan weer uit de financiële problemen?

Het goede nieuws uit het onderzoek 'Armoede Live 10 jaar later' is dat de mensen erin zijn geslaagd uit de schulden te komen en sommigen van hen ook weer aan het betaald (deeltijd)werk. Op een basisniveau lukt het schuldenvrij te zijn, een huurwoning te bewonen, te overleven zonder al te veel extra uitgaven. Dat is een verdienste van het Nederlandse socialezekerheidsstelsel, in combinatie met het slim plannen inclusief harde individuele begrotingsdiscipline van deze mensen zelf, aangevuld door de nodige hulp van familie en vrienden en allerlei soorten werk. Aan de uitgavenkant is gezondheidszorg een problematisch thema. Wat vooral opviel: er is nauwelijks werkzekerheid (Smolenaars 2018).

Drie verklarende soorten gebeurtenissen duiken op wanneer ervaringen over het langdurig moeten rondkomen van weinig geld worden gereconstrueerd. In feite gaat het om drie klassieke risico's, 'klassiek' omdat sociale verzekeringen en voorzieningen zich al eeuwenlang bezighouden met verzekering, bestrijding, dekking en financiering van ziekte en werkloosheid. Scheiding – met inkomensuitval en uitgavenstijging - is een iets nieuwer risico. De risico's worden kort beschreven, ze verwijzen naar de onderzoeksdata: de interviews zijn na te lezen in de interviews op socialealliantie.nl/armoedelive

Risico 1: ziekte en arbeidsongeschiktheid

Een chronische ziekte, een faillissement door een varkens-epidemie, een verslaving, een psychische voorbelasting: ziekte-ervaringen zijn een risico voor de arbeids- en kapitaallevensloop. Daarbij biedt ziekte voor meerdere partijen een rechtvaardigende kapstok, legitimeert de situatie: voor de aanbieder van werk is het een aanleiding om mensen te ontslaan of geen passend werk meer aan te bieden en voor de aannemer van werk om ook niet meer te vechten om aanpassing en niet meer te zoeken.

Soms begint een ziekte met een arbeidsconflict. En er zijn hardnekkige, chronische ziektes zoals MS of ME, die leiden tot (gedeeltelijke) arbeidsongeschiktheid. Dit leidt niet meer tot een definitief ongeschiktheidsstempel, omdat steeds opnieuw medisch gekeurd wordt, maar het leidt wel tot een taaie strijd om de definities wat wel en wat niet kan, en hoeveel uren iets wel of niet kan. Het bewijzen daarvan kost ook weer kracht, nog afgezien van het feit dat je bij chronische ziektes niet vooruit kunt plannen hoeveel energie je wanneer gaat hebben.

De uitkomst van deze definitiestrijd heeft iets onpraktisch, omdat nog een ander aspect een rol speelt. Uitkeringen zijn verbonden aan re-integratie, aan opnieuw betaald werk vinden. De druk op het vinden van werk botst op het aspect 'alle soorten werk aannemen'. Dat wil niet iedereen. Als je niet van plan bent alle soorten werk aan te nemen, wat uit humanistisch oogpunt een goede strategie lijkt, immers je leeft maar één keer, en je hebt geen kapitaal, en je hebt wel het kostbaar schaarse goed 'tijd', dan komt het aan op de regels en de uitvoerende organisatie en personen wat de uitkomst is. Of zoals een deelnemer het in 2007 scherp formuleert: (..) de economie is nog nooit goed geweest voor mij, dus, mijn hart ligt daar niet echt, bij de economie.' Een andere deelnemer zegt: 'Ik heb gevraagd of ik productie mag doen, dat heb ik altijd gedaan. Dat is afwachten.'. In de 10 jaar daaropvolgend lukt het dan met verslechterende gezondheid toch niet meer her in te treden.

Risico 2: werkloosheid

Het tweede klassieke risico is de werkloosheid zelf. Als er niets aangeboden wordt voor jouw beroep of bedrijfstak, als je functie getroffen wordt door een instortende vraag. Als om- bij en herscholing niet lukt of past. Of wanneer door een conjuncturele crisis, bijvoorbeeld als gevolg van een pandemie, ontslagen volgen of contracten niet worden verlengd. Dan lig je er (even) uit. Het zijn situaties die steeds opnieuw zullen blijven voorkomen. Onder de mensen die meewerkten aan Armoede Live is werkzekerheid eigenlijk geen thema meer. De oorzaken worden bij de interviews 10 jaar later nog summier aangeduid, op de crisis als gevolg van de varkenspest in de varkensindustrie na, waardoor de betroffenen failliet gingen. Ook de Corona-tijd zal mogelijk de geschiedenis ingaan als een breukmoment in het je identificeren met arbeidszekerheid.

De reacties op crises zijn echter heel verschillend. Bij de deelnemer die een restaurant begon, was de financiële crisis van 2008 juist een aanleiding om te investeren. In eerdere fasen van loopbaantrajecten is er tijdens een crisis eerst enthousiasme om nieuwe scholingstrajecten te volgen. Naarmate de levensloop vordert is er minder energieke bereidheid tot aanpassing.
Niet onderschat mag worden de voortdurende mismatch tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt. De Corona-crisis levert interessante doorkijkjes. Het liet bijvoorbeeld onverwacht helder zien hoeveel arbeidsmigranten er nodig zijn in de vleesindustrie en de agrarische sector. Zij leveren specifieke arbeid tegen een prijs waarvoor het niet meer mogelijk lijkt binnenlandse krachten aan te stellen.

Anekdote asperges: 1 kilo voor 2000 euro
Een satireshow stuurde een cabaretier om asperge te gaan steken. De opbrengst? Met die handigheid zou een kilo asperges 2000 euro kosten. Veel studenten boden aan te helpen. De onderneemster vond het aardig bedoeld, maar de een kon twee weken, de ander twee dagen per week. Het schoot niet op in de drukke oogsttijd. Deels absurde voorbeelden? Neem ook eens het perspectief van de werkgever op de globale markt in en het wordt helder dat werkgevers niet iedereen zo maar even aan kunnen en zullen aannemen.

Risico 3: scheiding met jonge kinderen en onvoldoende hulp

Alleenstaand ouderschap is een situatie die steeds opnieuw terugkomt. Het is het risico om niet flexibel of voltijds inzetbaar te zijn. Als je weinig steun in je omgeving hebt en geen betaalbare, goede kinderopvang, of je niet je kinderen voltijds wilt uitbesteden, is bijstand een optie. Ben je eenmaal een paar jaren uit de arbeidsmarkt, is het lastig terugkomen. Dat is bij verschillende moeders gebeurd, met langdurige consequenties.

Het opvallende is dat je nooit van mensen die niet scheiden, zult horen dat ze hier voordeel van hebben. Het is geen situatie die bewust voordeel levert of een situatie die bewust tot solidariteit leidt. Misschien geldt dat wel voor alle drie de klassieke risico's en dat maakt het lastig solidariteit te organiseren tussen zieken- en niet-zieken, werklozen en niet-werklozen, alleenstaanden en niet-alleenstaanden. In de integrale economie is ook de tweedeling werkgevers – werknemers minder belangrijk geworden.

De roep om een basisinkomen is wellicht ook ingegeven door de vrijheid af te zijn van lastige doelgroepen-ethiek. Iedereen 'recht op' betekent ook iedereen 'vrij van' een beroep op solidariteit, en ook vrij van het stempel 'ziek' of 'hulpbehoevend'. Daar is iets voor te zeggen. Maar ook zullen daardoor risico's buiten beeld raken. Je hoeft je niet meer in te zetten, of premies te heffen om bepaalde risico's te onderkennen en financieren: het leven is dan één groot risico en bij de dekking gaat het niet meer om inhoud, maar alleen nog maar om het basisgeld.

Afgeleide en onbedoelde risico's: samen gevangenissen gebouwd

Een neven-effect, een onbedoeld effect van langer met een bijstandsuitkering leven, is dat het een soort gevangenis wordt. Zo kan het gebeuren dat een noodlot – een ziekte, werkloosheid, scheiding– uitmondt in iets dat als blijvend ervaren wordt, waar je moeilijk weer uitkomt. Ella Vogelaar formuleerde het sterk en wees op het belang van het aanboren van kracht en eigen verantwoordelijkheid', omdat (…) ik teveel heb gezien dat goedbedoelde zorg voor mensen vaak leidt tot afhankelijkheid en apathie. En dat zijn geen drijvende krachten voor emancipatie.' (Vogelaar 2004). Verschillende deelnemersverhalen bevestigen dat: je blijft tot de zieken behoren, want je moet bevestigen dat je ziek bent om uit de financiële problemen te blijven.

Dit fenomeen is vaker beschreven en ook algemeen sociologisch en psychologisch erkend: routines en regels zijn op goede bedoelingen en praktijken gebouwd, en tegelijkertijd kunnen ze het tegendeel bewerken. Mensen worden opgesloten, gaan zich gedragen naar de regels van deze gevangenis, komen er niet meer uit. Enerzijds is er ook een oprechte wens, met rust gelaten te worden om dat te kunnen doen wat centraal staat in de levensloop. Anderzijds worden daarmee ook betaalde arbeid, geld verdienen en kapitaal-vergaren met rust gelaten. Dat is een aderlating, je kiest ervoor niet mee te doen met het economisch spel, mogelijk omdat je op andere deelgebieden betere mogelijkheden ziet. Dat bevat ook een typisch element van laat-modern-burgerschap.

III. Trend: de laat-moderne burger streeft naar ontplooiing en 'bestaanszekerheid-plus'

Een paradoxaal patroon is ontstaan in de levensstijl van de laat-moderne mens, de mens wil zichzelf succesvol verwerkelijken. Voorheen waren sociale status en succes ook belangrijk, maar waren er evengoed plichten en conventies waaraan je je moest houden. Was je romantisch afwijkend en experimenteel, dan leefde je aan de rand van de samenleving. Nu echter willen mensen allebei: jezelf ontplooien en sociale erkenning en succes (Reckwitz 2017:289).

Reckwitz wijst daarbij vooral op het ontstaan van een nieuwe middenklasse waar deze ambities spelen, maar het fenomeen als trend en mensbeeld doordringt de hele samenleving en met name ook millennials leven zo. Ontplooiing, mogelijkheden, erkenning en respect zijn belangrijk. Een interessante vraag is dan: Wat is de laat-moderne sociale zekerheid die bij deze laat-moderne burger past? Veel suggesties en beleidsactiviteiten van de laatste jaren geven een antwoord op juist deze kwestie: participatie, respect, eigen kracht, geefkracht (Penninx 2020) **Eindnoot 2. In het kader van zijn resonantie-theorie stelt socioloog Hartmut Rosa (2016) voor een 'glanzende-ogen-geluks-index' te maken: sommige gebeurtenissen of activiteiten van een persoon beginnen te resoneren, mee te vibreren en elkaar te versterken en je ziet iets bijzonders gebeuren.

De glanzende ogen zijn het bestaanszekerheid-plus-element. Het gaat niet om het naakte financiële overleven, maar om leven. Daar passen de volgende vertelde ervaringen rond familie en respect-jobs in. Het zijn deels antwoorden op de vraag: Wat maakt je gelukkig? Deels zijn het verhalen die vanzelf naar boven kwamen, die belangrijk zijn in biografische reconstructies. Ze kunnen functioneren als tips voor wat belangrijk is in de levensloop.

Familie: een bijzondere gemeenschap

Steeds opnieuw wordt familie genoemd in 'Armoede Live 10 jaar later'. De erkenning, dat het goed gaat met de kinderen, dat je hulp hebt gehad van ouders, het is belangrijk in de reconstructie van wat er gebeurd is. Een nieuwe partner is de positieve gebeurtenis: “Het scheelt enorm iemand te hebben waar je je ei kwijt kan en andersom, een beetje warmte, best wel een ander leven.” De steun van een partner hebben bij nieuwe plannen en in moeilijke tijden. Ouders hebben geholpen bij het wegwerken van schulden. Kinderen ook.

(Achter)kleinkinderen nemen een belangrijke plaats is. Schuldgevoelens dat de kinderen toen ze opgroeiden het materieel niet rijk hadden zijn een stuk minder, nu blijkt dat het de kinderen goed gaat. De redenatie werkt zelfs andersom: doordat de kinderen niet van alles hadden, zijn ze er sterker van geworden. “Ze zijn er best wel sterk van geworden.” Of, onder generatiegenoten worden ervaringen uitgewisseld: “Van generatie naar generatie kun je niet vergelijken. We kennen wel een paar die het thuis in de schoot geworpen hebben gekregen en die het niet gered hebben … “ of “Ik ken mensen die alles van hun ouders hebben gekregen, die met 40, op mijn leeftijd, niet weten wat ze moeten doen, omdat ze nooit hebben gewerkt voor hun geld.”

Binnen de setting van de familie zijn er erkennings- en respectmogelijkheden die onafhankelijk zijn van succes op de arbeidsmarkt.

Dat familie altijd goed voor je is, moet niet als universele receptuur overdreven worden. Sommigen zijn juist door hun opvoeding en verleden in de problemen gekomen. Niettemin blijken gebeurtenissen die te maken hebben met familie, vooral kinderen en partner, belangrijk te zijn. Ze krijgen de nadruk in de interviews, vormen een anker in de levensloop. Binnen de setting van de familie zijn er erkennings- en respectmogelijkheden die onafhankelijk zijn van succes op de arbeidsmarkt.

Moet beleid deze fenomenen in de schijnwerpers zetten? Of juist met rust laten? Misschien het laatste, met rust laten, want het kan juist een bron van zelfrespect zijn omdat het een eigendomein is, een speelveld waarop mensen zelf los van overheidsbemoeienis hun ervaringen verzamelen en hun levensloopbiografie reconstrueren.

Levensloopactiviteiten met glans

Je kunt ze samenvatten onder de term 'levensloopactiviteiten': werk en vrijwilligerswerk in allerlei vormen. Ze spelen een voorname rol in de biografische reconstructie van levenslopen. Pensionering is een belangrijke wijziging: de inkomstenbron wijzigt, de arbeidsactiviteit in dienstverband stopt, er is meer tijd voor vrijwilligerswerk. Het ondernemer worden, na een loondienstverhouding, is een grote positieve inkomens- en levensverandering. Het vrijwilligerswerk, stichtingswerkzaamheden, sociale activiteiten organiseren, lotgenoten adviseren, op scholen voorlichting geven. De lijst is vrij lang. Er steekt veel energie in. Er komt niet altijd, en meestal geen, geld bij kijken. Wel respect.

VI. Conclusie en Samenvatting

De laat-moderne burger in de integrale economie: een reset met vier kernelementen

Stel, zo begon dit essay, je zou met gebruikerservaringen het sociale zekerheidssysteem opnieuw opstarten, wat zou je behouden, wat slanker en sneller maken, welke nieuwe onderdelen of programma's erbij installeren?

Een integrale economie en laat-moderne burgers vragen om een aangepaste sociale zekerheid. De integrale economie (met kapitaal, platformen, digitaliteit) stuit op laat-moderne burgers (met ontplooiingswensen, na te streven identiteiten, families en respect-jobs). Deze setting levert een oneindig vraagpotentieel op en een sociaal regulerend en herverdelend systeem zoals de sociale zekerheid kan niet aan de vraag naar identiteiten voldoen. Toch kan het wel rekening houden met en inspelen op de nieuwe tijden.
Ik roep nu met opzet niet: 'basisinkomen!' of 'alle mensen zijn goed', omdat ik juist ook door de deelnemers van Armoede Live meer ben gaan nadenken over de problematische aspecten van zulke uitspraken (Expert AL 2017; Expert AL 2018). Rond analyses van het basisinkomen zouden er vooral ook andere suggesties aan bod moeten komen, zoals de financiering van basisbanen en vrijwilligerswerkvergoedingen, of meer respectvolle, nuttige banen in de publieke sector (Crijns 2020).
Daarom een kleine reset waarbij de volgende vier humaan-sociaal-intelligente componenten - opnieuw en/of erbij - geinstalleerd worden.

Reset met vier humaan sociaal-intelligente componenten

reset sociale zekerheidDe volgende componenten zijn waardevol, op basis van wat mensen met ervaring op het bestaansminimum adviseren, tegen een achtergrond van veranderende economische- en sociaal-culturele omstandigheden.

  1. Bestaanszekerheid blijven garanderen en op nummer 1 zetten. Bestaanszekerheid geeft mensen de kracht om met schuldhulpverlening, familie en vrienden weer uit de schulden te komen. Daarbij is het bieden van bestaanszekerheid een stuk sociaal erfgoed dat in Nederland sinds de negentiende eeuw is opgebouwd. Het is voorwaarde voor vreedzaam sociaal leven en het is meer dan een karig basisinkomen voor iedereen.
  2. Bewust zijn van de veranderde, integrale economie en haar consequenties. Een deel van de bevolking heeft inkomsten uit vermogen, heeft aandelen, en/of geringere uitgaven door vermogens/woningbezit. Anderen niet. Het debat kan niet alleen gaan om inkomsten uit en premies op basis van arbeid in een economie die sterk draait om kapitaal, technologie en data. De rolbegrippen 'werknemers' en 'werkgevers' kunnen aangevuld worden met 'kapitaalnemers' en 'kapitaalgevers'? En zo in het blikveld van de financiering van sociale zekerheid raken. In het bewustzijn dat sociale zekerheid een belangrijk vestigingslocatievoordeel is. Denk ook aan gele-hesjes-straatrevoluties.
  3. Op zoek een gemeenschappelijke taal rond risico's. De ervaringen van mensen refereren naar klassieke risico's, naar ziekte en arbeidsongeschiktheid, naar werkloosheid en naar scheiding met kleine kinderen. Het zijn risico's die veel mensen kunnen overkomen en daarmee geschikt zijn om te binden, om samen over een sociale zekerheid fit voor de toekomst verder te denken. In combinatie met component 1 en 2 wordt helder dat het niet gaat om eenduidige financiële schade, er zijn veel mensen die deze risico's zelf kunnen opvangen. Het uiteindelijke risico is universeel en zonder schaamte: je zit aan de grond en zonder bijstand kun je niet in Nederland leven. In combinatie met component 4 kan denken in termen van risico's ook ertoe bijdragen te (her)ontdekken wat belangrijk is in de levensloop.
  4. Meer aandacht voor glanzende ogen als bestaanszekerheid-plus-element. De gelukscomponenten 'familie' en 'een brede definitie van werk/activiteiten' (respect-jobs) zijn van belang. Dat geven mensen zelf helder aan. Het duidt in de richting van een verbreding van arbeid en sociale zekerheid, met meer aandacht en mogelijkheden voor levensloopactiviteiten en levensloopbindingen. Met daarbij acceptatie en erkenning van de bijzondere plek van partners, vrienden en kinderen.

Discussie: menselijke vermogens Een reset is makkelijker opgeschreven dan gedaan. Het reset-concept is echter interessant, het bevrijdt van traditionele zo-is-het-nu-eenmaal-regels en laat ruimte voor het mixen met nieuwe elementen. Het is een beetje het terugbrengen van de sociale zekerheid op de festivaldancefloor. De welvaartsstaat, of sociale zekerheid, is in meer dan twee eeuwen industriële samenleving gegroeid: er is veel goeds bereikt - cultstatus sociaal erfgoed - en er zijn disfuncties die niet meer zo goed bij de mens van nu passen. Dit essay was op zoek naar het goede vanuit de ervaring van gebruikers.Los daarvan kunnen tal van invallen misschien nuttig zijn. Zo vroeg ik me af: Wie wordt de nieuwe Robin Hood en zet de big data-inkomsten in voor de sociale zekerheid? Of graaft die nieuwe Robin Hood dan meteen het graf voor de digitale economie van Nederland en Europa? En dreigt dan geografisch isolationisme: alles is goed geregeld maar de landsgrenzen moeten op slot. En de nieuwe economie: raken mensen niet te kwetsbaar voor data-uitbuiting, je wilt en moet overal gratis gebruik van maken, een echte keuze van diensten is er niet meer?Bij adviezen en hulp rond levenslopen huiverde ik soms kort en streepte later tal van zinnen weg. Want waar bemoeit de staat, of zelfs die - erg sympathieke! - 'omgekeerde ambtenaar' (Stimulansz) zich mee? Gaat het niet te ver je te bemoeien met het dagelijkse familie- en vrijwilligersactiviteitenleven? Worden geen nieuwe gevangenissen gebouwd met veel regels om je aan te houden die je weer beperken in je mogelijkheden? De menselijke vermogens moeten centraal blijven staan. De meest elegante en humane oplossing blijft nog altijd: mogelijkheden steeds opnieuw aanbieden en aangeboden krijgen. En de individuele mens laten beslissen. Martha Nussbaum (2000) en Amartya Sen blijven mijn favoriete referentie hier. Zij schetsen een wereld waarin mensen niet met extreme ongelijkheid tevreden moeten zijn, maar kansen krijgen, ze deze kansen kunnen nemen, maar niet gedwongen moeten pakken, mogen mislukken, vallen, opstaan en opnieuw hulp kunnen krijgen om zich te emanciperen.

Ellie Smolenaars

Literatuur

Boltanski, Luc, Eve Chiapello en Gregory Elliott, eds. 2018, The New Spirit of Capitalism. New updated edition. London: Verso. (eerdere edities verschenen in 1999 en 2005)

Boltanski, Luc en Arnaud Esquerre. 2019. Bereicherung: eine Kritik der Ware. Berlin: Suhrkamp.

CBS 2019. Welvaart in Nederland. Den Haag: CBS.

Crijns, Hub 2020. ‘Helpt Een Basisinkomen Ons Uit de Crisis?’ <https://www.socialealliantie.nl/index.php/achtergronden/helpt-een-basisinkomen-ons-uit-de-crisis> [accessed 18 June 2020]

Expert Armoede Live. 2017. ‘Ondernemer van de Straat: Weg Uit de Armoede Dankzij Een Eigen Zaak - Vers Beton’ <https://versbeton.nl/2017/11/ondernemer_van_de_straat_weg-uit-de-armoede-dankzij-een-eigen-zaak/> [accessed 19 June 2020]

Expert Armoede Live. 2018. ‘Ervaren Kennis En Opinies: Basisinkomen’ <https://www.socialealliantie.nl/index.php/column/ervaren-kennis-en-opinies-basisinkomen> [accessed 18 June 2020]

Janssen, Raf, ‘Wat Piketty Ons Leert over Aard En Aanpak van Het Armoedevraagstuk’ <https://www.socialealliantie.nl/index.php/achtergronden/wat-piketty-ons-leert-over-aard-en-aanpak-van-het-armoedevraagstuk> [accessed 18 June 2020]

Luiten van Zanden, Jan. 2019 ‘Een Flinke Stap Voorwaarts – Maar We Hebben Een Sprong Nodig!’ <https://esb.nu/events/overig/20052498/een-flinke-stap-voorwaarts-maar-we-hebben-een-sprong-nodig> [accessed 18 June 2020]

Martha Nussbaum. 2000. Women and Human Development. The Capabilities Approach. Cambridge University Press.

Penninx, Kees. 2020. ‘De Expert Aan Het Woord: Kees Penninx, Onderzoeker En Conceptontwikkelaar. - YouTube’ <https://www.youtube.com/watch?v=GytsuqvGzIs>

Reckwitz, Andreas. 2017. Die Gesellschaft Der Singularitäten: Zum Strukturwandel Der Moderne, Berlin: Suhrkamp.

Rosa, Hartmut. 2016. Resonanz: Eine Soziologie Der Weltbeziehung. Berlin: Suhrkamp

Smolenaars, Ellie. 2008. Armoede live!: analyse in beeld, woord en geluid van vijf trends in een rijke samenleving. Amsterdam: Aksant.

Smolenaars, Ellie 2018, ‘Geslaagd voor bestaanszekerheid, gezakt voor werkzekerheid’, Sociaal Bestek, 80.4 (2018), 26–28 <https://doi.org/10.1007/s41196-018-0106-7>

Sociale Alliantie 2018. ‘Home Armoede Live’ <https://www.socialealliantie.nl/index.php/armoede-live-home> [accessed 18 June 2020]

Vogelaar, Ella. 2004. Het engeltje van de bijstand. p.20. in: Smolenaars en Beijering. Gevaarlijk en Talentvol. Zeventig jaar mensbeelden in armenzorg en bijstand. Utrecht: Divosa.

Eindnoten

*Bij het bestuderen van inkomens, vermogens en bestedingen in Nederland 2019 (CBS 2019) bijvoorbeeld, vroeg ik me toch nieuwsgierig af of de verschillende inkomens- en vermogenscomponenten wel goed in de data vertegenwoordigd zijn. Zijn oude categorieën aangepast aan de nieuwe ontwikkelingen? Aan de platformeconomie? Hoe precies zijn de gegevens? Moeten belastingaangiftes en jaaropgaves niet veel beter nageplozen worden om tot betrouwbare conclusies te komen? Is er misschien een cijferjetlag? Ik had helaas geen tijd om hier verder in te duiken, wordt vervolgd en gelukkig zijn anderen alert (zie TweedeKamer-vraag heer Nijboer (PvdA) en antwoord Min. van Financiën Betreft Statistieken over inkomens- en vermogensongelijkheid, 6 september 2018). 

**Veel mensen hebben zich sterk ingezet voor eigenkracht, participatie en hulp. Hier moest ik me inhouden de vele goede artikelen en boeken te noemen. Goede kennisplatforms zijn o.a.: het Tijdschrift voor Sociale Vraagstukken en Socialevraagstukken.nl; de Sociale Alliantie, Sociaal Web en Stimulansz.nl

Over Armoede Live en Armoede Live 10 jaar later: 'Armoede Live 10 jaar later' is een vervolgonderzoek waarbij mensen opnieuw zijn gevolgd en geïnterviewd. Het onderzoek werd verricht in opdracht van de Sociale Alliantie. Van de elf mensen die over hun levensloop vertelden in het eerste, intensieve onderzoek, 'Armoede Live' in 2007/8, deden tien jaar later negen mensen bij de tweede onderzoeksronde mee. Opgeteld brengen de geïnterviewden retrospectief meer dan 200 jaar ervaring met leven op het sociaal minimum mee. De interviewmethode is geïnspireerd op autobiografische onderzoeksmethoden. Zie en https://ellie-smolenaars.net/portfolio/laboratorium-social-research/

Afdrukken

Deel deze pagina via sociale media

logo armoede live 10jaarlater

logo expeditie sociale cooperatie

Adres

t.a.v. Amel Namane/ Sociale Alliantie
p/a FNV
Correspondentie per mail heeft de voorkeur:

mailadres2

Volg ons op sociale media