logo-sociale-alliantie6

Helpt een basisinkomen ons uit de crisis?

Klik hier om dit artikel te downloaden als pdf-document.

Door Hub Crijns

het basisinkomenDe hele wereld zucht onder de gevolgen van het uitbreken en verspreiden van het coronavirus. Dit besmettelijke en dodelijke virus grijpt snel om zich heen als je er niets tegen doet. De beste manier blijkt om mensen van elkaar te isoleren. Zo zijn alle Europese landen in vrijwillige isolatie gegaan. De opgesloten samenleving levert langzaam maar zeker resultaten op doordat de aantallen besmettingen en doden afnemen. Tegelijk komen ook ramingen naar buiten dat de gevolgen in economische zin negatief enorm zullen zijn. Het Centraal Planbureau kwam in maart met vier scenario’s, die al snel in de min gaan tussen de twee en zeven procent. Het IMF kwam in april met cijfers hoger dan zeven in de min. Crisis dus. En dat zijn dan de macro-economische verwachtingen. Micro-economisch zal het te verwachten negatief effect ook groot zijn. De werkloosheid zal toenemen. Zzp’ers zullen hun onderneming moeten opdoeken. Ondernemingen zullen failliet gaan. Armoedecijfers zullen weer gaan toenemen. Hoeveel en voor wie is nog onduidelijk. Momenteel stopt de overheid miljarden aan subsidies in de bedrijfswereld om de negatieve effecten tegen te gaan. We hebben in Nederland de laatste jaren aardig de nationale schuld naar beneden gebracht. De noodmaatregelen brengen die schuld weer omhoog, maar we kunnen het hebben. Omdat we laag staan in vergelijking met andere Europese landen. En omdat de rente op lenen laag is. Waar de nationale overheid in 2008 bij de miljarden steun voor het redden van de banken moest lenen tegen 6 procent, doen we dat nu met 0 procent. Dat scheelt een flinke hoeveelheid geld als het om terug betalen gaat. Maar hoe kun je nu die tegenvallers in de micro-economie opvangen? Want er zullen veel mensen uit de bedrijvenwereld vallen en hoe ga je daar mee om?

Roep om basisinkomen

Een oplossing die voor burgers en kleine zelfstandigen soelaas biedt, is volgens sommigen het basisinkomen. Alexander de Roo, voorzitter van de Vereniging Basisinkomen, pleit daar al langer voor. Hij herinnert er in een interview in ‘Trouw’ van 14 april aan, hoe in Amerika iedere Amerikaan van de overheid een bedrag van 1200 dollar heeft gekregen. Volgens de Roo kun je dat “een tijdelijk basisinkomen noemen”. Het geeft burgers geld om de komende twee maanden door te komen als ze het zuinig aan doen. Volgens De Roo brengen de negatieve effecten van de gesloten samenleving door het coronavirus het basisinkomen dichterbij. Diverse belangenvertegenwoordigers van kleine ondernemers en zelfstandigen pleiten ook in Nederland voor een maandelijks basisbedrag voor zzp’ers en ondernemers die niet in aanmerking komen voor een uitkering. In ieder geval voor de duur van de crisis.
Alexander De Roo wil het groter aanpakken. Voor hem is de oplossing helder: een basisinkomen voor iedereen in Nederland. Hij pleit voor wat hij noemt een basisinkomen 2.0. Iedere Nederlander boven de 18 jaar krijgt elke maand een vast bedrag van 600 euro. Elk huishouden krijgt ook een vast bedrag van 600 euro per maand. En elk kind krijgt een bedrag van maandelijks 300 euro. Een huishouden van twee volwassenen komt dan al op 1500 euro per maand en per kind komt er 300 euro bij. Het basisinkomen is zonder voorwaarden en mensen kunnen zelf besluiten of ze er bij gaan werken of niet.
Als je dit alles gaat doorrekenen kom je op heel grote bedragen uit. Wil je de staatsschuld niet sterk laten stijgen, dan is de vraag hoe je dit alles gaat financieren. De Roo noemt zijn bronnen. Voor 95 procent gaat het om het herschikken van geld dat we al hebben. Je haalt alle heffingskortingen uitkeringen en toeslagen weg. De belastingen zullen hoger moeten zijn voor de hogere inkomens. Zo kan de overheid er nog wat bij doen. Volgens de berekeningen van de Vereniging Basisinkomen gaan mensen met een laag inkomen er in koopkracht op vooruit, en hebben ze bestaanszekerheid. Rijkere werkenden leveren twee procent in.
Het Centraal Planbureau deed al eerder onderzoeken naar een aantal vormen van basisinkomen en heeft thans nieuw onderzoek gaande. Die zullen in de maand juni of juli van dit jaar bekend gemaakt worden.

Schimmige beloften

Ingrid Robeyns, hoogleraar ethiek van instituties aan de Universiteit Utrecht, is kritisch. Zij maakt duidelijk onderscheid tussen maatregelen van tijdelijke aard, zoals nu tijdens de gevolgen van de gesloten samenleving door het Coronavirus, en wetgeving voor de lange termijn. Op de korte termijn ziet zij het nut in van een onvoorwaardelijk tijdelijk inkomen voor mensen die nu geen inkomen hebben. Maar bij een algehele systeemverandering heeft ze grote vragen. Ingrid Robeyns heeft kritische vragen bij een algemeen basisinkomen en beargumenteert in het essay haar mening aan de hand van drie vragen.
Ze heeft die vragen eerder uitgewerkt in haar essay ‘Het basisinkomen, waarom zouden we dit (niet) willen?’ (Utrecht december 2018 - https://www.uu.nl/nieuws/het-basisinkomen-waarom-zouden-we-dit-niet-willen)

Wat leveren we in voor het basisinkomen en de gevolgen

De eerste vraag behandelt hetgeen we inleveren voor het basisinkomen. Het bedrag van het basisinkomen hangt af van het geld dat de overheid ervoor ter beschikking heeft. Dat geld komt van het schrappen van bestaande sociale uitkeringen en belastingvoordelen, en het heffen van extra belastingen. Je moet dan ook denken aan uitkeringen en toeslagen voor gehandicapten, jongeren, chronisch zieken. Sommige gehandicapten zonder baan komen nu door verschillende uitkeringen en toeslagen op een bijstandsniveau. Maar dat zal met een basisinkomen niet haalbaar zijn. Moet je dan voor gehandicapten uitzonderingen gaan maken en toeslagen invoeren?

Wat is het doel?

De tweede vraag is: wat willen we met een basisinkomen bereiken? Die doelstelling is belangrijk om te weten waar je het over hebt. Gaan we mensen met lagelonenjobs helpen om iets anders te gaan doen? De armoede structureel oplossen? De meest kwetsbaren meer financiële zekerheid bezorgen? Of willen we meer vrijheid voor iedereen - zowel voor de rijkeren als voor diegenen die een laag inkomen hebben? Welk doel maakt echt uit, want er is geen eindeloze hoeveelheid geld beschikbaar. En alle doelen nastreven lijkt ook iets teveel van het goede. Als ons doel is om de armoede op te lossen, botsen we op de kritiek van economen die zeggen dat een basisinkomen ofwel niet effectief is (de armoede neemt niet significant af) ofwel geen doelmatige maatregel is (het is heel duur, zodat er weinig geld overblijft voor andere collectieve doelen).
Het in december 2018 verschenen rapport ‘Feit en fictie omtrent het basisinkomen in Nederland’ van het Centrum voor Sociaal Beleid van de Universiteit Antwerpen, bevestigt deze kritiek met een reeks microsimulaties (http://www.centrumvoorsociaalbeleid.be/index.php?q=nieuws/nieuw-rapport-feit-en-fictie-omtrent-het-basisinkomen-in-nederland).
Het rapport onderzoekt drie scenario’s: een laag, midden en hoog basisinkomen per maand. Het lage basisinkomen (415 euro) is mogelijk door bijstand, WW, nabestaandenpensioen en alle heffingskortingen af te schaffen.
Het middenscenario is de helft van het bedrag van een tweepersoonshuishouden dat in de bijstand zit (702 euro). Dat is de optelsom van het lage basisinkomen plus de opbrengst van het belastbaar maken van het basisinkomen zelf.
Het hoge scenario is het bedrag dat een alleenstaande in de bijstand krijgt (982 euro). Om dat voor iedereen op te brengen, moeten de tarieven van de persoonlijke inkomstenbelasting met 24 procent omhoog.
De resultaten of effecten zijn volgens Robeyns ontnuchterend: in de eerste twee scenario’s nemen de ongelijkheid en armoede toe en zijn het vooral de economisch sterkeren die erop vooruitgaan. In het hoge scenario nemen armoede en ongelijkheid licht af, maar daar rijst de vraag of de belastingbetaler bereid is om de hogere belastingtarieven van 11, 50,6 en 64,5 procent te omarmen. Het is de vraag of die lichte afname van armoede en ongelijkheid niet op een andere en betere manier te bereiken valt.
Veel voorstanders van een basisinkomen noemen een bedrag van 1.000 onbelaste euro’s in de maand. Het Belgische onderzoek noemt dit bedrag niet. In het hoge scenario van 703 euro per maand wordt slechts 44,3 procent van de kostprijs van het basisinkomen gedekt door de afschaffing van sociale uitkeringen en belastingvoordelen. Waar haal je als Nederlandse staat dan de resterende 71 miljard vandaan? Ieder weldenkend mens kan nagaan dat dan een enorme belastingverhoging vereist is, en het is maar de vraag of daar voldoende draagkracht voor is, zowel bij overheden, het bedrijfsleven, en de burgers.

Wat zijn de alternatieven?

De derde vraag die Ingrid Robeyns stelt is hoe het basisinkomen scoort op de relevante waarden en principes in vergelijking met andere mogelijke institutionele veranderingen. Om te beoordelen of een basisinkomen wenselijk is, moeten we het totaalpakket waar het basisinkomen in zit, vergelijken met andere ‘pakketten’ die hetzelfde doel beogen. Als het doel is om lagelonen jobs te bestrijden, dan is het wellicht wenselijk om meer te investeren in de publieke sector. Door de bezuinigingen sinds de vorige crisis zijn daar veel banen verdwenen en zijn de lonen achtergebleven. Investeren in de publieke sector helpt mensen met slechte banen aan baanzekerheid en kan mensen die er nu teveel werkdruk ervaren verlichten.
Die lijn is ook door te trekken met het doel armoede bestrijden. In plaats van basisinkomen spreken diverse mensen nu over basisbaan. De overheid biedt iedereen, die dat wil een basisbaan aan, met zinvolle, menswaardige arbeid. De voordelen zijn dat er een hoop maatschappelijk zinvol werk dat nu niet gebeurt wel gebeurt, en daarnaast biedt het aan (vaak kwetsbare) burgers meer structuur in de dag, en de waardevolle sociale netwerken en het bijhorende zelfrespect die banen doorgaans met zich meebrengen.
En er is de groep die spreekt over een categoriaal basisinkomen. Robeyns noemt dit scenario niet. Een basisinkomen niet voor iedereen, maar voor diegenen die door de reguliere arbeidsmarkt geweerd worden, uitgesloten of gediscrimineerd, om welke reden dan ook. Dan heb je geen kolossaal bedrag nodig, zoals bij een algemeen basisinkomen, en je voorkomt dat mensen die toch al genoeg hebben ook nog een gift ontvangen van de staat, die ze eigenlijk niet nodig hebben.

Wat te doen?

Ingrid Robeyns besluit haar essay met haar twijfel weer te geven. Ze begrijpt dat een basisinkomen voordelen heeft. Tegelijk zijn er ook veel nadelen. Zoals de financierbaarheid van een redelijk maandbedrag. Of er komt een bedrag uit dat te klein is om van te leven en je houdt vragen hoe je omgaat met ouderen en gehandicapten. Dus ze twijfelt. En ze vraagt zich hardop af of investeren in de publieke sector met basisbanen niet veel effectiever zal zijn. Zowel macro-economisch, als micro-economisch. Om over het sociale en geestelijke welzijn maar niet te spreken.

Hub Crijns is bestuurder van het Landelijk Katholiek Diaconaal Beraad

Afdrukken

Deel deze pagina via sociale media

logo armoede live 10jaarlater

logo expeditie sociale cooperatie

Adres

t.a.v. Amel Namane/ Sociale Alliantie
p/a FNV
Correspondentie per mail heeft de voorkeur:

mailadres2

Volg ons op sociale media