Schuld en Boete
Column Willem Jelle Berg, september 2017
Schuld en boete. De Schrift rept er geregeld over, Dostojeveski schreef er een telefoonboek over vol. De eerste vraag die we ons dan vaak stellen als er sprake is van schuld, of de boete terecht is. Is het rechtvaardig te veranderen in een zoutpilaar, als men omkijkt naar een voormalig oord van plezier? Was het nou per se nodig dat een groot Russisch literator jarenlang in een strafkamp in de Goelag op te sluiten voor het erop nahouden van een vermeend subversieve mening?
Ofwel, we hebben een gevoel bij de menselijke maat van schuld en boete. Daarom trof mij deze week het artikel op de Correspondent over de schuldenindustrie in Nederland. Een ontluisterend beeld. Deurwaarders leggen zinloos beslag en negeren het bestaansminimum. Incassobureaus rekenen te hoge kosten en leggen ongeoorloofde druk. Het mag niet, toch gebeurt het. Achter schulden en armoede zit vrijwel altijd een verhaal. Een menselijk gezicht. Een verhaal van relaties, of het ontbreken daarvan. Van verlokking, ongeluk, stommiteit of soms domme pech.
En wie heeft nu waar precies schuld aan? Zo is het Rijk de grootste schuldeiser van Nederland. En hoewel ook hier opgaat dat mensen verantwoordelijkheid dragen voor hun eigen levenswandel, komen die schulden vaak tot stand doordat verschillende Rijksinstanties langs elkaar heen werken, waardoor veel - vaak toch al kwetsbare - mensen verstrikt raken in een Kafkaëske rondo van instanties die elkaar verdringen om voorrang te houden op de incasso. Terwijl ze op die manier de schuldenaar vaak verder in de problemen duwen. Ook hier zou de menselijke maat dus veel goeds vermogen.
En dan zijn er nog de malafide praktijken van bepaalde incassobureaus - incasso-cowboys zo u wilt - die zich laven aan het schuldenleed van kwetsbare mensen. Het gaat dan om clubs die mensen op een onfatsoenlijke manier benaderen, te hoge kosten incasseren en met onterechte vorderingen voor de deur staan.
Het gesprek over armoede en schuldhulpverlening moet weer gaan over mensen en niet over stelsels en systemen. Niet alleen over de financiële kosten en baten, maar ook over de maatschappelijke kosten en baten. Helpen we mensen uit de armoede of uit de schulden en is wat we doen eigenlijk wel effectief? 11 miljard op jaarbasis, zo is wel eens becijferd, dat kost het bestrijden van armoede en schuldhulpverlening. Het is daarbij evident dat het aanpakken van de wortel van het probleem veel effectiever - en dus goedkoper - is dan symptoombestrijding. Investeren in jonge kinderen, in hun welbevinden en hun onderwijs, is de beste armoedebestrijder.
Maar net als bij heel veel onderwerpen zullen we eerst moeten investeren in effectiever beleid. Versimpel de regels en maak mensen leidend, niet het stelsel. Daarnaast moet er veel meer ruimte zijn voor persoonlijk contact. Voor grote groepen mensen is het simpelweg niet mogelijk om de weg naar boven te vinden. Omdat ze verstrikt raken in de bureaucratische molen, gefopt worden door slinkse verkopers of, omdat ze de taal niet voldoende spreken, of simpelweg omdat ze het Bargoens dat in dreigende brieven op hen afgevuurd wordt simpelweg niet begrijpen. Persoonlijk contact en maatwerk bieden hier een oplossing.
Het zou goed zijn, voor mensen en maatschappij, als we de discussie over schulden en armoede zoveel mogelijk als mensen onder elkaar proberen te voeren. Door elkaar simpelweg proberen te helpen in plaats van te zoeken naar de kortste weg naar het geld, waarvan het niet eens altijd duidelijk is of dat de schuldeiser eigenlijk wel toekomt. Ons stelsel moet over mensen gaan, niet over mechanismen. Zo ook wij vergeven onze ….
Willem Jelle Berg. voorzitter Sociale Alliantie