Volkstuinvitaminen
Participatieproject voor minima
In 2010 zijn de eerste ervaringen opgedaan met een kleinschalig volkstuinproject om minima te stimuleren om te gaan tuinieren op een volkstuin. Het is een eenvoudige en goedkope manier om iets voor minima te doen.
Gemeenten en volkstuinverenigingen voeren het volkstuinproject op hun eigen manier uit: de formule kan aan elke lokale situatie worden aangepast. Bij de uitvoering van het project zijn in principe drie organisaties betrokken: de volkstuinvereniging, de gemeente en CliP/Stimulansz. De Volkstuinverenigingen benaderen in samenwerking met CliP/Stimulansz de gemeente om een aantal randvoorwaarden (werving en promotie, een financiële projectbijdrage en in sommige gevallen het leveren van grond) om het project op lokaal niveau te regelen. De gemeente kan een stimulerende rol vervullen voor potentiële deelnemers.
De volkstuinvereniging wordt gevraagd om mensen met een minimuminkomen op te nemen die willen (leren) tuinieren. De vereniging stelt grond per deelnemer beschikbaar en zorgt dat er een 'tuincoach' is die de deelnemers begeleidt. De vereniging zorgt voor (tweedehands) gereedschap, een tuingereedschapskist en wat poot- en zaaigoed om te beginnen. Deelname is op basis van vrijwilligheid.
Met een kleinschalige volkstuinproject wordt op verschillende manieren voor mensen met minimuminkomens de drempel verlaagd om een volkstuin te nemen. Factoren eigen regie en sociale contacten zijn belangrijk en kunnen gezien worden als een stap op weg naar participatie. Inmiddels zijn er in 11 gemeenten volkstuinprojecten.
Lees meer op de eigen website van Volkstuinvitaminen van Volkstuinvitaminen.