De kracht van vertellende armoede
Column Raf Janssen, juni 2017
In een van zijn publicaties maakt de filosoof/schrijver Govert Derix onderscheid tussen de vertelde en de vertellende natuur. De vertelde natuur is de natuur zoals die naar voren komt in het traditionele denken en doen van mensen, die de natuur buiten zichzelf plaatsen en haar zien als een object dat bedwongen en gebruikt kan worden. De vertellende natuur is het verhaal van de natuur zelf. De natuur als subject, als het geheel waarvan de mens ook deel uitmaakt. Dat onderscheid tussen vertelde en vertellende natuur is heel wezenlijk om te komen tot een andere houding ten opzichte van de natuur en een andere verhouding tussen mensen die een deel zijn van deze levende natuur.
Kan op soortgelijke wijze ook een onderscheid gemaakt worden tussen vertelde en vertel-lende armoede? Een onderscheid tussen het verhaal dat door veel mensen over armoede en armen wordt verteld en het verhaal dat armoede en armen zelf vertellen over hun geleefde werkelijkheid. Achtergrond van deze vraag is dat de anti-armoedebeweging te veel gevangen blijft in het gangbare denken en doen ten aanzien van economie, onafhankelijkheid, zorg, tegenprestatie, samenleven, rol van de overheid. De anti-armoedebeweging zakt steeds verder weg in de feitelijk groeiende ongelijkheden en verliest de hoop op verbetering. Tegelijk is aan de basis van de samenleving een ander denken en doen volop in ontwikkeling. Dat gebeurt voor een niet onbelangrijk deel vanuit situaties van armoede en precariteit, vanuit het denken en doen van (groepen) mensen die in precaire situaties toch inhoud en vorm moeten geven aan hun leven. Zij doen dat door zich te schikken in het schijnbaar/blijkbaar onvermijdelijke (de precariteit) en daarmee banen ze tegelijk en veelal zelfs onbedoeld ontsnappingsroutes uit het gangbare. Dat is de werking van de vertellende armoede, de armoede die een nieuwe werkelijkheid/denkwijze/samenleving maakt. De vertellende armoede schept openingen vanuit het ongerijmde: in de levensverhalen van arme mensen, in hun vertellende armoede, laten mensen zien dat ze in het omgaan met, het leven in het onvermijdelijke, de onredelijkheid en eenzijdigheid van armoede in een rijk land beleven, tot leven brengen en daarmee aanzetten geven om uit de ongerijmdheden ervan te ontsnappen. Ze doen dat niet omdat ze bezig zijn met het maatschappelijke debat over armoede zoals dat gevoerd wordt binnen hogescholen en universiteiten; ze zijn bezig met het levende debat door in hun precaire situatie dagelijks toch levenskwaliteit te zoeken en tot stand te brengen. Die creërende werking vanuit het banale, het alledaagse, schept kleine verrassende ontsnappingsmogelijkheden: door het streven van arme mensen om toch iets van hun leven te maken worden nieuwe levensmogelijkheden gecreëerd. Dat is de kracht van de vertellende armoede. Dat is het perspectief waar de groeiende verarming en verschulding en de toenemende (inkomens)ongelijkheden over vertellen in levensverhalen van arme mensen. Helder is dat andere, het nieuwe, nog niet, want het is zich nu pas aan het vormen in de geleefde werkelijkheid van alledag. Maar het geeft wel hoop. Hoop op een samenleving waar iedereen de mogelijkheid heeft om mee te tellen en mee te doen.
Raf Janssen