logo-sociale-alliantie6

De coöperatie biedt ruimte

Column Arjo Klamer, maart 2016

Hoe kun je als gemeente omgaan met marktwerking en verplichte aanbesteding? Het inkopen van zorg, reïntegratietrajecten en andere diensten in het sociale domein kan grote gevolgen voor werknemers en cliënten hebben. Arjo Klamer, wethouder voor de SP in Hilversum met onder meer Werk en Inkomen in zijn portefeuille, tevens hoogleraar culturele economie aan de Erasmus Universiteit, laat in deze column zijn licht schijnen over deze kwestie.

arjo-klamerAanbestedingen zijn een te vermijden kwaad. Vooral wanneer het kwetsbare mensen in het spel zijn en de kwaliteit van de verleende diensten cruciaal is, doen gemeentes er beter aan een andere oplossing te zoeken. Ik zelf ijver als wethouder voor coöperatieve vormen.Een coöperatieve vorm is de beste manier om recht te doen aan het gemeenschappelijke dat in het geding is. Of het nu over daklozen gaat, of mensen in een sociaal onmogelijke positie of mensen met verstandelijke of lichamelijke beperkingen, het is de gemeenschap die het zal moeten doen. Omdat ik als wethouder die gemeenschap vertegenwoordig, wil ik in gesprek met deze mensen om een plan van aanpak te bepalen. Uitgaande van de waarden van gelijkwaardig en menswaardig. Ik wil dat hun verhaal het uitgangspunt voor zo’n plan van aanpak is. De vraag is dan: “Wat is belangrijk voor u?”, gevolgd door de vraag: “Wat kan en wil u zelf doen om dat te realiseren?” De verantwoordelijkheid ligt in eerste plaats bij de mensen zelf. Pas dan kunnen we overeenkomen wat wij van de overheid kunnen bijdragen aan het plan van aanpak. Dat kan van alles zijn binnen de regels van de wet. Omdat de mensen kwetsbaar zijn, zal het vrijwel altijd gaan om een langdurige relatie waarin beide partijen geregeld zullen moeten bijsturen. En daarin zit het gemeenschappelijke.

Het gemeenschappelijke is relationeel. Bob die een verstandelijke beperking heeft, kan voor een tijd werken bij de wasserette, maar de kans is groot dat hij op een gegeven moment terugkomt en iets anders nodig heeft. Misschien herpakt Henk, de dakloze, zich maar het is meer waarschijnlijk dat hij de rest van zijn leven bij ons blijft binnenlopen.

Zo’n voortdurende relatie vraagt steeds weer om inschattingen van wat wenselijk en wat mogelijk is. Doet Henk wel genoeg? Kan Bob misschien beter? Werkt een strafkorting wel of zorgt het juist dat de schuld van iemand te veel oploopt? Mijn medewerkers moeten voortdurend dergelijke afwegingen maken. Natuurlijk bepalen regels de ruimte waarin ze werken en blijft rechtmatigheid een belangrijk criterium. Maar hun werk is mensenwerk. Ze zullen het relationele aspect mee moeten wegen en daarom uitzonderingen maken en soms de regels eigenzinnig interpreteren. Maatwerk noemen we dat. En goed maatwerk is altijd kwalitatief. De kwaliteit ervan is de kwaliteit van de medewerkers.

Daarom wil ik niet dat we de inwoners die bij ons komen “klanten” noemen. Wij zijn geen winkel waar ze een behandeling krijgen. En daarom wil ik liever ook niet met bedrijven werken van wie wij diensten inkopen, al dan niet via een aanbesteding. Want het contract staat de relatie in de weg. Het contract besteedt de dienst uit aan een andere partij. Het contract zet mij als wethouder op afstand. Als iets fout gaat, dan verwijs ik naar de andere partij en roep ik de verantwoordelijke ter verantwoording. Gaat er iets bij mijn dienst fout, dan kan ik direct achterhalen wat er aan de hand is, ik kan de desbetreffende personen spreken, en zo nodig maatregelen nemen. Dan blijf ik in de relatie.

Als ik wil samenwerken met andere partijen - let op het samenwerken -, en het gaat om kwetsbare mensen met wie ik als overheid een relatie heb, dan is de coöperatie een gepaste vorm. De coöperatie creëert een gemeenschappelijke ruimte waarin de kwetsbare mede-mensen centraal staan. De gemeente verenigt zich met andere betrokken partijen om gezamenlijk verantwoordelijkheid te nemen. Gaat het om mensen met een beperking dan zie ik een verband met de beschutte werkplaatsen in de regio, professionals, en al de partijen die bereid zijn mensen met een beperking een werkplek te bieden, waaronder maatschappelijke organisaties maar ook supermarkten en andere commerciële bedrijven. Iedereen die de kwetsbaarheid van mensen serieus neemt, kan meedoen. Als gemeente, als wethouder, ben ik een belangrijk lid omdat wij een belangrijke verantwoordelijkheid hebben en publiek geld inbrengen. Op die manier borgt de coöperatie de gezamenlijke verantwoordelijkheid en biedt het ruimte voor de relatie.

Arjo Klamer is wethouder voor de SP in Hilversum met onder meer Werk en Inkomen in zijn portefeuille. Hij is ook hoogleraar culturele economie aan de Erasmus Universiteit.

Afdrukken

Deel deze pagina via sociale media

logo armoede live 10jaarlater

logo expeditie sociale cooperatie

Adres

t.a.v. Amel Namane/ Sociale Alliantie
p/a FNV
Correspondentie per mail heeft de voorkeur:

mailadres2

Volg ons op sociale media