logo-sociale-alliantie6

Energietoeslag in gemeenten heel verschillend geregeld

Door Raf Janssen

Klik hier om dit artikel als pdf-document te downloaden.

 DSC5520 350De gemeenten gaan heel verschillend om met de energietoeslag. Voor huishoudens met een laag inkomen pakt dit heel ongelijk uit. Raf Janssen zocht uit hoe alle gemeenten in Nederland de energietoeslag hebben geregeld.

Op basis daarvan trekt hij enkele conclusies en doet hij een voorstel voor een uniforme regeling voor 2023. Tot het midden van 2021 waren de prijzen van gas en elektriciteit vrijwel stabiel. De kosten voor energie werden gerekend tot de normale kosten van levensonderhoud en waren verdisconteerd in het (overigens te lage) sociaal minimum. Vanaf augustus 2021 zijn deze prijzen explosief gestegen. Dat heeft ertoe geleid dat het kabinet voor het jaar 2022 na enige voorzichtiger aanpakken uiteindelijk besloten heeft de gemeenten financiële middelen te geven om een energietoeslag van 1300 euro te kunnen verstrekken aan huishoudens met een laag inkomen. Deze rijksmiddelen zijn gebaseerd op het aantal huishoudens met een inkomen tot en met 120% van het sociaal minimum. Maar de uitvoering ligt in handen van de gemeenten en het staat hen vrij om ook huishoudens met een hoger inkomen dan 120% in aanmerking te brengen voor een energietoeslag. Gemeenten gaan daar verschillend mee om. Aanvankelijk zijn bijna alle gemeenten gestart met de grens voor de energietoeslag te leggen bij maximaal 120% van het voor het betreffende huishouden geldend sociaal minimum. In de loop van 2022 bleven de energieprijzen echter sterk stijgen en gemeenten merkten dat ook huishoudens met meer inkomen dan 120% in financiële problemen kwamen. Een groeiend aantal gemeenten heeft daarop het toekenningsbeleid aangepast. Ik ben nagegaan hoe de energietoeslag over 2022 geregeld is in alle gemeenten van Nederland. Daartoe heb in de eerste helft van december 2022 de websites van alle gemeenten (345 in totaal) geraadpleegd. Op basis daarvan heb ik een overzicht gemaakt van de verschillende regelingen die gehanteerd worden.

a. Aanvankelijk minder dan 120%

Een enkele gemeente had de inkomensnorm eerst vastgesteld op 110% of 115% van het sociaal minimum. In de loop van 2022 melden ze dat deze norm verhoogd is naar 120%.

b. 120%

Het merendeel van de gemeenten (64%) verstrekt een toeslag van 1300 euro aan huishouden met een inkomen tot maximaal 120% van het sociaal minimum. In bijlage 1 wordt per provincie het percentage weergegeven van gemeenten die volstaan met het hanteren van deze 120%-norm.

c. 120% met enkele kleine aanvullingen

Van de gemeenten die voor het recht op de inkomenstoeslag van 1300 euro de inkomensnorm op maximaal 120% leggen, heeft een aantal enkele aanvullende (soms juist beperkende!) bepalingen of regelingen:

  • Er wordt een vermogensgrens gehanteerd van 15.000 euro (alleenstaanden) en 30.000 euro (alleenstaande ouder en samenwonenden/gehuwden). Een andere gemeente hanteert een vermogensgrens van 15.000 voor meerpersoonshuishoudens met een extra vrijlating van 8.000 voor begrafeniskosten.
  • In plaats van de door het Rijk voorgestelde toeslag van 1300 euro stelt een enkele gemeente deze toeslag vast op maximaal 1200 euro.
  • In plaats van een vaste peildatum voor de vaststelling van het inkomen, zijn gemeenten die overstappen op een flexibele peildatum. Daarmee komen huishoudens waarvan het inkomen in de loop van 2022 lager is geworden en aanvankelijk daarom geen aanvraag gedaan hebben of waarvan de aanvraag werd afgewezen, mogelijk wèl in aanmerking voor de energietoeslag van 1300 euro.
  • In situaties waarin dit nodig is, wordt een aanvullende energievergoeding gehanteerd, waarbij niet inkomen maar draagkracht leidend is. Dat wil zeggen dat bijstandsregels worden toegepast. Vermeld wordt dat op basis daarvan voor middeninkomens eenmalig de energiejaarafrekening geheel of gedeeltelijk betaald kan worden. Enkele gemeenten die de norm van 120% hanteren vermelden hierbij dat hogere inkomens die in de problemen komen mogelijk in aanmerking komen voor bijzondere bijstand. Een enkele keer wordt ook vermeld dat het college in voorkomende gevallen de hardheidsclausule kan toepassen.
  • Een heel gering pensioentje wordt niet meegeteld. En het gaat inderdaad om een heel klein pensioentje: 21,50 euro voor een alleenstaande en 43,00 euro voor gehuwden op maandbasis.
  • Er wordt in verschillende vormen en voor verschillende bedragen hulp gegeven voor energiebesparende voorzieningen: energiebesparingsmiddelen ter waarde van 250, 200, 90 of 75 euro; een advies of hulp bij plaatsen van dergelijke voorzieningen.

d. 120% met ‘gemeentelijke’ verhoging van de ‘landelijke’ toeslag

Een enkele gemeente hanteert de inkomensgrens van 120% en verhoogt voor deze groep de toeslag van 1300 euro met 100 of 200 euro tot een bedrag van 1400 resp. 1500 euro over 2022. Twee andere gemeenten zien de toeslag van 1300 als een tegemoetkoming van het Rijk; ze voegen daar uit eigen middelen een extra (winter)toeslag bij van resp. 100 en 250 euro; en dat geldt ook nadat ze de norm verhoogd hebben naar 130%.

e. 120% plus enige tegemoetkoming voor inkomens tussen 121% en 150%

In enkele gemeenten hebben huishoudens met een inkomen tot en met 120% recht op een toeslag van 1300 euro en voor huishoudens met een inkomen tussen 121 en 150% wordt een lagere toeslag vastgesteld. Soms is dat één bedrag voor deze gehele inkomensgroep (bv 350, 550 of 1000 euro). Soms wordt deze groep onderverdeeld in inkomensgroepen van 121-130%, 131-140% en 141-150% De bedragen die aan deze onderscheiden groepen worden verstrekt verschillen ook per gemeente. Het gaat om bedragen van resp. rond 600, 500 en 300 euro. Enkele gemeenten hebben voor de groep inkomens van 121-140% een toeslag vastgesteld van 650 of 800 euro. En weer andere gemeenten hebben een toeslag voor alleen de inkomens tussen 120 en 130% en die toeslag kan uiteenlopen van 400 tot 800 euro en er is ook een gemeente die pas in januari 2023 een besluit neemt over een eventuele toeslag over 2022 voor de inkomensgroep 120-130%. Er zijn ook enkele gemeenten die voor de inkomensgroep van 121-135% een toeslag vaststellen van 800 euro. Een andere variant is dat inkomensgroepen van 131-140% en 141-150% een toeslag krijgen van resp. 1000 en 700 euro mits ze een variabel energiecontract hebben. En er is nog een variant: huishoudens die (iets) hoger inkomen hebben dan 120% komen mogelijk toch in aanmerking voor een (gedeeltelijke) energietoeslag als ze hoge huur- of hypotheeklasten hebben en uit de draagkrachtberekening blijkt dat hun inkomen daardoor zakt onder de norm van 120%. Dan is er nog een gemeente die inkomens die op jaarbasis maximaal 1300 euro boven de 120%-norm zitten, een toeslag geeft van 1300 euro minus het jaarbedrag dat men boven de norm van 120% zit. En nog een andere gemeente besluit in november om voor inkomens van 120-150% een knelpuntenregeling te gaan ontwerpen.

f. Meteen norm gesteld op 130% of inmiddels norm verhoogd tot 130%

Een aantal gemeenten heeft de norm niet op 120% vastgesteld, maar deze vanaf begin 2022 meteen vastgesteld op 130%. Andere gemeenten hebben later in het jaar de norm voor de toeslag van 1300 euro verhoogd tot maximaal 130%. Een enkele gemeente vermeldt daarbij dat die 1300 euro mogelijk in bepaalde gevallen te weinig is om problemen te voorkomen. Dan wordt maatwerk toegepast, hetgeen wil zeggen dat dan bijstand verstrekt wordt met toepassing van de (meeste) daarvoor geldende regels. Een enkele gemeente hanteert de norm van 120%, maar heeft voor huishoudens met inwonende kinderen jonger dan 18 jaar de norm verhoogd tot 130%. Een andere gemeente heeft de norm verhoogd tot 130% en omdat ze het zuur vindt dat mensen die net boven die norm zitten helemaal niets krijgen, kunnen inkomens tot 100 euro boven de norm in aanmerking komen voor een deel van de energietoeslag; hoeveel wordt niet vermeld.

g. Verhoging tot 140 of 150%

Een aantal gemeenten heeft de oorspronkelijke toekenningsnorm van 120 of 125% voor de toeslag van 1300 euro in het derde of vierde kwartaal van 2022 verhoogd naar 140 of 150%.

h. Studenten

Bij de introductie van de energietoeslag sloten gemeenten studenten uit van deze toeslag. Dat gebeurde op advies van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, dat van oordeel was dat de situatie van studenten te verschillend was voor een algemene regeling. Naar aanleiding van bezwaren van studenten brengt een aantal gemeenten studenten met een eigen energiecontract intussen ook in aanmerking voor de energietoeslag van 1300 euro. Een enkele andere gemeente geeft studenten die op kamers of in een studentenhuis wonen, recht op een toeslag van 200 euro. Ook zijn er gemeenten die aangeven dat studenten een beroep kunnen doen op de bijzondere bijstand als ze in financiële problemen dreigen te komen. Andere gemeenten blijven studenten uitsluiten, ze hebben wel begrip voor de bezwaren, maar wijzen voor een oplossing naar het Rijk (bijvoorbeeld via DUO).

i. Termijn van indienen aanvraag

Bij een aantal gemeenten is er vanaf medio november geen mogelijkheid meer om een energietoeslag aan te vragen voor 2022. Veel gemeenten hebben de termijn om een aanvraag in te dienen voor 2022 verlengd tot eind december 2022. Enkele gemeenten verruimen deze termijn nog verder, waarbij diverse einddata gehanteerd worden: 31 januari 2023, 1 maart 2023 en 30 juni 2023.

j. Voorschot van 500 euro uit toeslag van 2023

Sommige gemeenten verstrekken aan huishoudens die in 2022 een energietoeslag hebben ontvangen, dit jaar nog een voorschot van 500 euro uit de toeslag van 1300 euro waarop deze huishoudens ook in 2023 recht hebben. Andere gemeenten melden wel dat het kabinet bekend heeft gemaakt dat gemeenten eind 2022 al een voorschot van 500 euro kunnen uitbetalen van de energietoeslag van 1300 euro van 2023, maar laten meteen weten dat deze mogelijkheid in hun gemeente niet aanwezig is. Weer andere gemeenten melden dat pas op een later tijdstip informatie gegeven wordt over de energietoeslag die gaat gelden in 2023. Een enkele gemeente meldt dat het minimumloon per 1.1.2023 verhoogd wordt en dat daardoor de normen voor de energietoeslag ook hoger komen te liggen waardoor mogelijk meer huishoudens in aanmerking komen voor de energietoeslag.

k. Normen soms met en soms zonder vakantiegeld

De meeste gemeenten geven een overzicht van de bedragen die horen bij de gehanteerde inkomensnorm. Soms worden die bedragen gegeven inclusief vakantiegeld, soms exclusief vakantiegeld en sommige gemeenten geven beide bedragen. Voor mensen die een aanvraag willen indienen, kan dat verwarrend zijn. Slechts een enkele gemeente geeft hierbij een geruststellende verklaring dat het niet uitmaakt en dat men om extra werk te vermijden overgestapt is naar de bedragen exclusief vakantiegeld, want bij bedragen inclusief vakantiegeld moest naast een overzicht van het maandinkomen ook nog een overzicht verstrekt worden van het in 2022 ontvangen vakantiegeld.

l. Wijze van betalen

Veel gemeenten hebben in eerste instantie voor mensen die hierop recht hebben een bedrag uitgekeerd van 800 euro (of eerst 200 euro omdat dit eerst de toeslag was en iets later nog 600 euro) en naderhand nog een aanvullend bedrag van 500 euro naar aanleiding van de door het Rijk besloten verhoging van de toeslag. Als mensen later in het jaar hebben aangevraagd en ze voldoen aan de normen zijn er gemeenten die in een keer 1300 euro overmaken. Er zijn ook gemeenten die de toeslag in maandelijkse termijnen uitbetalen.

Enkele opmerkingen bij dit overzicht

Tot zover de hoofdvarianten waarbij per variant zich ook nog enkele verschillen voordoen. Bij dit overzicht van de feitelijke situatie wat betreft de energietoeslag door gemeenten, wil ik enkele opmerkingen plaatsen.
Allereerst wil ik opmerken dat veel gemeenten (64%) nog louter op de norm van 120% - dat wordt in gemeentelijke kringen ook wel aangeduid als ‘de landelijke regeling’ – blijven zitten. Een toenemend aantal gemeenten (36%) heeft inmiddels onderkend dat deze norm te laag is en dat ook de lagere middeninkomens in de knel komen vanwege de hogere energielasten. Die gemeenten zijn van oordeel dat ook die groepen geholpen moeten worden middels enigerlei gemeentelijke aanvullende regeling. Er is een heel scala van manieren ontwikkeld om de norm van 120% te verruimen. Er zitten verruimingen bij die erg schraal zijn; maar er wordt ook op een meer substantiële wijze verruimd. Dat laatste lijkt mij ook verstandig omdat het een hoop ellende voor de betreffende huishoudens kan voorkomen. Tevens worden daarmee extra kosten vermeden die de gemeenschap moet dragen als mensen door deze hoge energiekosten in de problematische schulden verstrikt raken. De hulp die dan geboden moet worden, is vele malen duurder dan de kosten van de energietoeslag die op tijd wordt gegeven.
Een tweede opmerking die hier op zijn plaats is, heeft betrekking op de verschillende behandeling van huishoudens die in vergelijkbare omstandigheden verkeren, maar in verschillende gemeenten wonen. Er is meer gelijkheid in behandeling geboden tussen de gemeenten. Dat kan worden bereikt door als gezamenlijke gemeenten via de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) hierover afspraken te maken. Het zwakke punt daarbij is dat gemeenten zich niet aan zo’n afspraak hoeven te conformeren. Daarom heeft het de voorkeur dat er landelijk een regeling afgesproken wordt en dat het Rijk gemeenten ook voldoende geld geeft om uitvoering te geven aan zo’n regeling. En om misverstanden te voorkomen vermeld ik hierbij nadrukkelijk dat de 120%-norm die nu nog door veel gemeenten gehanteerd wordt als maximum, naar mijn oordeel substantieel verhoogd moet worden.
Een derde opmerking betreft de toepassing van ‘maatwerk’ waarvoor in enkele gemeenten gekozen wordt om inkomens boven de 120% ook in aanmerking te laten komen voor het aanvragen van een energietoeslag. Maatwerk wil zeggen dat voor deze groep inkomens niet alleen naar het inkomen gekeken wordt, maar ook naar het vermogen, naar eventuele toeslagen voor huur en zorg, naar de door het Nibud vastgestelde maximale uitgaven voor vaste kosten en kosten van internet, telefoon, sport, benzine, etc. Kortom, de draagkracht wordt berekend, zoals dat gebeurt bij het toekennen van bijstand. Dat kost heel veel uitvoeringskosten, als gemeenten al het extra personeel vinden om die taken uit te voeren. Dat extra werk, voor aanvragers en voor ambtenaren, wordt kennelijk minder bezwaarlijk gevonden dan de kans dat vanwege een algemene maatregel een aantal huishoudens een energietoeslag krijgt, terwijl deze het eigenlijk niet nodig hebben.
Een vierde opmerking betreft de juistheid van de constatering dat een aantal mensen de energietoeslag krijgt terwijl ze de lasten van de gestegen energiekosten nog niet hebben, omdat ze een gunstig meerjarig leveringscontract hebben afgesloten. Voor huishoudens met een inkomen van hooguit 120% kan dit aangemerkt worden als een meevaller voor een veel te smalle portemonnee. Bij inkomens boven de norm van 120% zou vrij eenvoudig vastgesteld kunnen worden of er daadwerkelijk sprake is van energielasten die veel hoger zijn dan het bedrag aan energiekosten dat dit huishouden in augustus 2021 betaalde voor energiekosten.

Voorstel voor een passende regeling in 2023

In 2023 blijven de energieprijzen erg hoog. Na een moeizaam overleg met de energieleveranciers heeft het kabinet geregeld dat vanaf 1 januari 2023 een prijsplafond op energie geldt voor alle huishoudens en andere kleinverbruikers. Voor gas wordt het maximale tarief € 1,45 per kuub tot een verbruik van 1.200 kuub. Voor elektriciteit wordt het maximale tarief verlaagd tot € 0,40 per KWh en het maximale verbruik verhoogd tot 2.900 kWh. Voor het energieverbruik boven het plafond betalen huishoudens en andere kleinverbruikers het tarief zoals opgenomen in het energiecontract, hetgeen inhoudt dat huishoudens die geen langdurig contract hebben afgesproken, de veel hogere prijs betalen die de leverancier in rekening brengt. Voor veel mensen met een kleine beurs zal het een helse uitdaging zijn om binnen deze plafondgrenzen te blijven, omdat juist deze huishoudens vaak wonen in slecht geïsoleerde woningen. Maar zelfs als dit lukt, zijn huishoudens nog veel meer geld kwijt aan energiekosten, vergeleken bij de prijzen die tot augustus 2021 jarenlang vrijwel stabiel waren op het niveau van 95 cent per kuub gas en 25 cent per KWh.
Bij het raadplegen van de gemeentelijke websites rond midden december 2022 blijkt dat veel gemeenten volstaan met de mededeling dat er ook in 2023 een energietoeslag komt, maar dat nog geen mededeling gedaan kan worden hoe die er precies uit zal zien. Sommige gemeenten delen mee dat de regeling die in 2022 geldt ook in 2023 gaat gelden. Andere gemeenten delen mee dat aanvullend op de regeling uit 2022 voor 2023 een noodfonds wordt ingericht waarop een beroep kan worden gedaan door huishoudens waarvoor een problematische schuldsituatie dreigt.

Naar mijn idee zou een passende regeling voor de energietoeslag in 2023 er als volgt uit kunnen zien:

  • Voor huishoudens met een inkomen tot en met 120% van het sociaal minimum een toeslag van 1300 euro, net als in het jaar 2022.
  • Voor huishoudens met een inkomen tussen 121% en 150% een toeslag van maximaal 1300 euro voor daadwerkelijke meerkosten aan energie vergeleken met de energiekosten die ze hadden in augustus 2021.
  • Voor huishoudens uit beide hiervoor bedoelde inkomensgroepen die ondanks een energietoeslag vanwege te hoge energiekosten door de bodem van het bestaan dreigen te zakken, wordt een door het college vast te stellen aanvullende inkomensondersteuning gegeven op basis van maatwerk dat afgestemd is op de normale bijstandsregels. Zo’n maatwerkregeling geldt ook voor huishoudens met een inkomen tussen 151% en 200% van het sociaal minimum.

Tot zover mijn idee over een algemeen geldende regeling die eenvoudig en duidelijk is en die weinig uitvoeringsgeld kost. Als vanwege politieke verhoudingen deze algemene regeling niet haalbaar is in een gemeente, kan wellicht op basis van iets kariger regelingen die nu al gerealiseerd worden in verschillende gemeenten (zie overzicht hierboven), geprobeerd worden om toch aan huishoudens met een inkomen iets boven 120% enige tegemoetkoming te geven in de te hoge energielasten.

Panningen, 15 december 2022
Raf Janssen

Bijlage 1 -  overzicht van gemeenten die bij energietoeslag enkel 120% norm toepassen

Provincie

aantal gemeenten

met 120%-norm

percentage

Drenthe

12

9

75

Flevoland

6

3

50

Friesland

18

10

56

Gelderland

51

32

63

Groningen

10

8

80

Limburg

27

20

74

Noord-Brabant

61

37

60

Noord-Holland

44

34

77

Overijssel

25

16

64

Utrecht

26

18

69

Zeeland

13

3

23

Zuid-Holland

52

30

58

Totaal

345

220

64

 

Afdrukken

Deel deze pagina via sociale media

logo armoede live 10jaarlater

logo expeditie sociale cooperatie

Adres

t.a.v. Amel Namane/ Sociale Alliantie
p/a FNV
Correspondentie per mail heeft de voorkeur:

mailadres2

Volg ons op sociale media