Steungezin.nl
Interview met Helma Dupont, winnares van de Ab Harrewijn Prijs 2015
Steungezin.nl is een initiatief voor persoonlijke armoedebestrijding dat gebruik maakt van een website om vraag en aanbod bij elkaar te brengen. Het is het eerste buurtplatform in 'peoplefunding', waarbij je als buurtbewoner een eenmalige financiële match maakt met een nabije buur die in armoede leeft.
Hoe werkt het?
Via het internetplatform zijn anonieme profielen zichtbaar van mensen (profeelers) die in je directe omgeving wonen. Deze profeelers hebben zich aangemeld met een stadspas (Breda-Pas), waarvoor ze in aanmerking komen omdat ze een inkomen rond de armoedegrens heb-ben. De profeeler plaatst vervolgens een rekening/factuur of wens op het profiel, die ze zelf niet kan betalen. Als bezoeker (participator) van de website weet je dus zeker dat deze men-sen echt recht hebben op jouw hulp. Je maakt als participator een match door de rekening/factuur of wens online voor een ander te betalen, bijvoorbeeld voor een schoolreis voor de kinderen, dierenartskosten, steunzolen, een bril of laptop. De betaling gaat naar Steungezin.nl, die deze vervolgens controleert en overmaakt aan de school, dierenarts, zorgverzekeraar of winkel. Als de match is gemaakt, zorgt Steungezin.nl ook voor anoniem contact tussen de profeeler en de participator. En voor mensen die niet zo goed zijn in nieuwe media of geen computer wordt er een speciaal spreekuur georganiseerd.
Gerund door vrijwilligers
Steungezin.nl wordt gerund door vrijwilligers die zelf in armoede leven en weten hoe het voelt om een (financieel) steuntje in de rug te krijgen. Vrijwilligers krijgen toestemming om vanuit de gemeente met behoud van uitkering aan de slag te gaan. Daarnaast werkt Steungezin.nl samen met bedrijven die vanuit maatschappelijk verantwoord ondernemen diensten verlenen voor dit initiatief, zoals rechtshulp, belastingadvies en marketing & PR. Steungezin.nl wil armoedebeleving ook een nieuwer gezicht geven; het kan velen overkomen dat je in een situatie terecht komt waardoor je een (lange) periode een laag inkomen hebt. Toch kun je in armoede ook rijk zijn, aan bijvoorbeeld liefde, gezondheid, ervaringen en talenten. In de nieuwe, Nederlandse deeleconomie geldt dan ook: “Vind je geluk in dat van een ander, delen is het nieuwe hebben.”
In de bijstand en arm
Voorzitter en oprichtster Helma du Pont vertelt over haar situatie van enkele jaren geleden. “Ik had geen baan. Ik voelde de grond onder me wegzakken. Wat is de zin van het bestaan? Ik vroeg me af wat de waarde van mijn leven is geweest. Wat wil ik bereikt hebben voor de wereld als ik nu bijvoorbeeld dood zou gaan? Die vragen hebben me aangezet om iets te willen bereiken, om iets aan mezelf te geven en aan de wereld. Door de crisis zijn er allerlei ideeën opgekomen over nieuwe economie, initiatief van onderop, kringloopeconomie. Paus Franciscus heeft me geïnspireerd rondom waarden en kritiek op het kapitalisme. Er ontstaan allerlei buurtinitiatieven, waarmee je met handige app’s via je telefoon gebruik van kan ma-ken. Zoals het lenen van materialen, elektrische apparaten, auto’s, enz. Die burgerinitiatieven riepen enthousiasme bij me op. Ik vroeg me af wat in mijn situatie een goed initiatief zou zijn. Als je langer in de bijstand zit, wordt je arm met weinig geld. Je leefwereld wordt kleiner omdat je geen geld hebt. Nu heb ik een leuke zus die mij en mijn dochter wel eens onder-steunt voor een uitje of een etentje. Maar ik ken een buurvrouw die bij me om de hoek woont, die ziek is en enkele kinderen heeft en dus, niet zo’n leuke zus aan haar zijde heeft. Terwijl zij even arm is als ik en problemen heeft met rondkomen. Niemand die haar bijstaat. Je loopt als arme niet met je armoe te koop - of met je hoop dat iemand eens een zorgrekening voor jou wil betalen. Of de kosten voor de schoolreis van de kinderen. Als dat op een anonieme manier zou kunnen, zou ze daar zeker gebruik van willen maken. Steungezin.nl maakt die koppelingen mogelijk. Na een jaar zijn er meer dan 150 koppelingen tussen een profeeler en een participator tot stand gekomen. Het gaat meestal om bedragen of giften tussen 10 en 300 euro. Je maakt veel persoonlijke emotie mee, van beide kanten."
Het idee uitvoeren
“Een idee hebben is één, het idee uitvoeren is nog wat anders. Ik ben mensen over het idee gaan spreken en bellen. Ik heb mensen gevraagd of ze me willen helpen met het uitvoeren van het plan. Via mijn vriendenkring kwam ik terecht bij iemand die een functioneel ontwerp voor het digitaal platform bedacht heeft. Op grond hiervan heb ik een plan gemaakt en een communicatiestrategie ontwikkeld. Vervolgens is het plan gepresenteerd binnen de gemeente Breda, die er enthousiast over was en een subsidie verstrekte. De gemeente heeft namens ons mensen benaderd die in het bezit zijn van een Breda(minima)Pas. De Rabo Coöperatie gaf eveneens een subsidie. Ik heb een gesprek gevoerd met bisschop Jan Liesen van het Bisdom Breda en we kwamen naast het plan met elkaar in gesprek over Paus Franciscus en de inspiratie rond nieuwe economie die hij uitstraalt. Ook de bisschop gaf een subsidie. Er ontstond positiviteit rond het plan. En zo kregen we ook de middelen bij elkaar om het digitaal platform te laten bouwen en de eigen organisatie te beginnen. De manier waarop het online platform kan gaan werken werd steeds concreter en duidelijker.”
Hub Crijns
Analyse van de Nederlandse schuldhulpverlening
Door Jaap Bos
Jaap Bos, schuldhulpverlener bij Boscon, ontvouwt zijn ideeën over schuldhulpverlening en faillissementswet.
Klik hier om dit artikel te downloaden als Word-document.
Invorderingsrecht
Als mensen niet meer kunnen voldoen aan hun betalingsverplichtingen, hebben ze hulp nodig. Want schuldeisers mogen op alle mogelijke manieren hun vordering op de schuldenaar verhalen. Ze kunnen beslag leggen op zijn inkomsten en bezittingen (bijvoorbeeld inboedel of bankrekening). Ze kunnen stoppen met het verlenen van diensten (bijv. levering van energie, water of woonruimte). Bescherming tegen excessen is chaotisch geregeld in een aantal wetten onder verschillende ministeries. Gewone schuldeisers kunnen pas loonbeslag laten leggen na een gerechtelijk vonnis. De belastingdienst kan zonder gerechtelijk vonnis beslag leggen, zelfs bankbeslag op de roodstand. Bij loonbeslag moet een beslagvrije voet van 90% bijstandsnorm in acht worden genomen. Elke volgende beslaglegger kan verwezen worden naar de eerste, ter eerlijke verdeling van de buit. De eerste beslaglegger moet de buit (alles boven beslagvrije voet) verdelen onder de beslagleggers. De eerste beslaglegger houdt geen rekening met andere schuldeisers, die nog geen vonnis hebben. De belastingdienst heeft absolute voorrang boven alle andere beslagleggers. Woningcorporaties vermijden loonbeslag, omdat het meestal niet genoeg geld oplevert. Bij drie maanden huurachterstand kan de kantonrechter een ontruimingsvonnis uitspreken. Dit drukmiddel werkt veel beter om huurders te dwingen tot zeer hoge aflossingsverplichtingen. Bij zes maanden zorgpremie achterstand volgt beslag op de zorgtoeslag plus bestuurlijke boete. Bij die bestuurlijke boete hoeft geen rekening gehouden te worden met de beslagvrije voet. Het CJIB hoeft slechts rekening te houden met de beslagvrije voet als het loonbeslag betreft. Het CJIB heeft nog tal van andere incasso mogelijkheden, zonder beslagvrije voet. Tegen dit soort ontduikingen van de beslagvrije voet is een beslagregister volstrekt nutteloos. Ontduiking van de beslagvrije voet is vaak ontstaansoorzaak van achterstanden bij huur en energie. Bij werknemers zou dit opgelost kunnen worden door aan de woningcorporatie loon te cederen. Maar bij uitkeringen is dat wettelijk verboden. Die beschermingsmaatregel werkt dus averechts.
Faillissement
Faillissementsbescherming kan iedereen binnen veertien dagen aanvragen. Dan worden onmiddellijk alle vorderingen bevroren en alle beslagen opgeheven; en een ontruimingsvonnis is niet meer mogelijk. Faillissement is gericht op eerlijke verdeling van het geliquideerde bezit, onder alle schuldeisers. Restschulden worden in de USA en de UK na een faillissement van rechtswege kwijtgescholden. In Nederland geldt dit alleen voor NV's en BV's, omdat die van rechtswege opgeheven worden. Na faillissement herkrijgen de schuldeisers voor de restschuld hun oorspronkelijke rechten (195 FW). In Nederland kunnen natuurlijke personen levenslang achtervolgd blijven worden door hun schuldeisers.
WSNP
In 1998 is de wet schuldsanering natuurlijke personen (WSNP) ingevoegd in de faillissementswet. Na een saneringsperiode (van 5, 3 of 1 jaar) wordt de restschulden niet meer invorderbaar verklaard. Maar een goede overgang van persoonlijk faillissement naar WSNP is niet eenvoudig. Voor toelating tot de WSNP geldt een afzonderlijke, ingewikkelde en tijdrovende procedure. Voorafgaand moeten gemeenten eerst proberen voor elke schuldenaar minnelijke overeenstemming te bereiken met alle schuldeisers, waarbij die bereid moeten zijn een groot deel van hun vordering af te schrijven, waartegenover de schuldenaar 3 jaar lang alles boven de beslagvrije voet moet afdragen. Driekwart van de saneringen betreft minima, waarbij de schuldeisers 90-95% moeten afschrijven. Eindhoven heeft zijn succespercentage tot 75% kunnen opschroeven door twee maatregelen: Eindhoven schendt de beslagvrije voet door de minimumbijdrage te stellen op € 73. Eindhoven start alleen saneringstrajecten voor kansrijken (250/jaar). Driekwart van de aanvragers wordt verwezen naar ander soort hulpverlening; velen haken dan af. Velen komen bij een bewindvoerder; de kosten (€ 144/mnd) worden betaald uit bijzondere bijstand.
Valkuil van de bureaucratie
Overbesteding is inderdaad vaak oorzaak van schulden, maar bureaucratie is de grootste valkuil. Minima zijn steeds afhankelijker geworden van allerlei bureaucratische sociale voorzieningen. Zoals huur-, zorg-, kindertoeslag, diverse soorten Pgb's, heffingskortingen, aan-vullende bijstand. Een 2e oorzaak betreft de kruideniersmentaliteit inzake (aanvullende) bijstandverlening (voor ZZP'ers) Door gemeentelijke achterdocht miste mijn cliënt enkele maanden aanvullende bijstanduitkering. Daardoor heeft hij nu een bewindvoerder nodig op kosten van bijzondere bijstand: € 144/mnd. Uit Divosa onderzoek blijken er grote gemeentelijke beleidsverschillen inzake bijverdiensten. Sommige gemeenten laten bijverdiensten gedeeltelijk behouden (motto 'werk moet lonen') Honderd procent korting werkt uitkeringsfraude in de hand, gevolgd door nog meer verschulding.
Bureaucratische chaos veroorzaakt slachtoffergedrag
Minima worden slachtoffer van de valkuilen van allerlei ingewikkelde bureaucratische regelingen. Om die valkuilen te tackelen heb je minstens een hbo opleiding nodig, en een half jaar spaargeld. Om te overleven zetten minima creatief hun eigen kracht in, door iets bij te schnabbelen. Volgens het genoemde DIVOSA onderzoek wordt dit in sommige gemeenten aangemoedigd.. In andere gemeenten wordt het genadeloos afgestraft onder beschuldiging van uitkeringsfraude. Dan komen minima in een negatieve schulden spiraal terecht, waar de wanhoop toeslaat. Ze verzinken in destructief slachtoffergedrag met zelfmedicatie: nicotine, alcohol, blowen, cocaïne.
Bewindvoering
Bewindvoerders kunnen met budgetbeheer schuldenaren slechts beschermen tegen hun overbesteding, Bescherming tegen schuldeisers is veel lastiger en slechts beperkt mogelijk. Alleen de beslagvrije voet kan worden afgedwongen bij de schuldeisers. Voor de rest zijn ze afhankelijk van de goodwill van de schuldeisers, vastgelegd in convenanten. Na 4-5 jaar beschermingsbewind blijken in veel gevallen de schulden alleen maar opgelopen. In zo'n situatie komen bewindvoerders absoluut niet toe aan enige vorm van budgetbegeleiding, om schuldenaren te leren weer zelfstandig hun financiën te beheren. De schuldenaren worden moedeloos en wanhopig; hun slachtoffergedrag wordt versterkt. Geen wonder dat bewind-voerders zo'n slechte naam hebben. Dat hoeft niet te liggen aan die bewindvoerders, maar veeleer aan het ingewikkelde systeem.
Gemeentelijke schuldsanering
Ook de gemeentelijke schuldsanering is afhankelijk van convenanten met grote schuldeisers, in de verwachting dat de kleintjes zich daar wel bij zullen aansluiten en anders kunnen die door de rechter gedwongen worden (dwangakkoord). Dit vereist dat alle schuldeisers bekend zijn. Vaak duurt de aanloop zo lang, dat ervan uitgegaan wordt dat alle invorderingsacties van het laatste half jaar wel alle schuldeisers zullen betreffen. Als zich een half jaar later toch nog rechtmatig een nieuwe schuldeiser aanmeldt, dan moet de gemeente de gehele berekening opnieuw uitvoeren en een herzien voorstel doen aan de schuldeisers. Van minima krijgen ze dan na drie jaar misschien maar 4,5% uitbetaald in plaats van de eerder berekende en toegezegde 4,7%. In het convenant is afgesproken dat binnen 8 maanden een schuldregeling tot stand moet zijn gekomen. Als die termijn verlopen is door genoemde of soortgelijke complicaties, beginnen de schuldeisers de schuldenaar opnieuw te belagen met invorderingsacties. Hij schrikt hiervan, verliest alle vertrouwen in de gemeente en verzinkt opnieuw in slachtoffergedrag (met alcohol of nog erger). Dan krijg je de discussie of verslaving de oorzaak of het gevolg is van de schulden. Om deze vicieuze cirkel te doorbreken zou schuldsanering gelijk op moeten gaan met sociaal psychologische hulpverlening. Maar op dit aspect hebben veel gemeenten, waaronder Eindhoven, de voorbije jaren juist bezuinigd.
Overdracht naar WSNP
Als het moment gekomen is dat de gemeente de schuldenaar eindelijk kan doorverwijzen naar de rechtbank met een verzoek om toelating van de WSNP, moet de gemeente daarbij een verklaring afgeven dat een minnelijke sanering onmogelijk is gebleken. In het opmaken van die gemeentelijke verklaring gaat nogal eens wat mis, terwijl de schuldenaar moet tekenen voor de correctheid van de inhoud. Vanuit de oude optiek heeft de gemeente de neiging om zoveel mogelijk schuldeisers te noteren, liever eentje te veel dan te weinig. Daarover moet de schuldenaar dan straks uitleg geven aan de rechtbank. De schuldenaar weet dat ook niet meer precies, omdat het aantal schulden makkelijk boven de twintig kan uitkomen en schuldeisers bovendien regelmatig van deurwaarder wisselen. Voor de schuldenaar is de deurwaarder de grote boeman; hij weet vaak echt niet meer op welke schuldeiser dat betrekking heeft, laat staan hoe en wanneer die schuld precies ontstaan is. En dat wil de rechter allemaal weten bij zijn beoordeling of het ontstaan van schulden of het onbetaald blijven daarvan verwijtbaar is in termen van goede en kwade trouw (moraliteitstoets). De minste nalatigheid bij een uitkering moet wettelijk als fraude worden aangemerkt, waardoor daaruit ontstane schulden (boetes en invorderingseisen) vijf jaar lang niet via WSNP saneerbaar zijn, of hij moet bij de rechter weten te bepleiten, dat in het concrete geval geen sprake was van kwade trouw, maar slechts van een kleine menselijke vergissing. Dat is erg lastig!
Saneringsperiode in de WSNP
De standaard saneringsperiode bij WSNP bedraagt drie jaar Bij hogere inkomens is die periode verlengbaar tot vijf jaar. Bij permanent zeer lage inkomens verkortbaar tot één jaar. Tot november 2013 kwamen alleen AOW'ers en WAO'ers in aanmerking voor een verkorte sane-ringsperiode, omdat ze niets eens het salaris (€ 55/mnd) van de saneringsbewindvoerder konden opbrengen, en er dus letterlijk niets voor de schuldeisers gespaard kan worden. In november 2013 heeft Justitie bij AMVB bepaald dat de rijkssubsidie aan saneringsbewind-voerders zo mogelijk terugbetaald moet worden uit de boedelrekening (spaarpot voor de schuldeisers). De norm om voor verkorting in aanmerking te komen is daarmee opgeschoven richting € 100/mnd. Sindsdien komen veel meer minima in aanmerking voor een verkorte saneringsperiode in de WSNP. Maar minima moeten eerst gemeentelijke obstakels overwinnen, om in de WSNP te kunnen komen.
Hoe kan een gemeente economisch herstel en doorstart vervorderen?
De gemeente zou de bureaucratie betreffende uitkeringen zoveel mogelijk kunnen verminderen. Bijvoorbeeld: ZZP'ers hebben geen recht op WW, maar zijn aangewezen op aanvullende bijstand. Door verminderde krenterigheid kan de gemeente jarenlang € 144/mnd bewind-voering uitsparen. Met snel doorsturen naar de rechtbank voor WSNP kan een ZZP'er na 1 jaar een schone lei krijgen en zijn bedrijfje doorstarten met hulp van krediet van vrienden, familie of crowd funding. Verkorting is zinvol omdat tijdens faillissement en WSNP geen bedrijfsactiviteiten zijn toegestaan.
Hoe kan de wetgever economisch herstel bevorderen?
Wijziging art 195 Faillissementswet (zie wetsvoorstel op volgende bladzijde).
Te verwachten effecten
Aanvankelijk zal dat de taak van rechtbanken zwaarder worden. Maar deurwaarders en bewindvoerders zullen aan schuldeisers duidelijk gaan maken, dat ze maar beter akkoord kunnen gaan met welke minimale minnelijke schuldregeling dan ook, omdat ze anders bij de rechter na 1 jaar helemaal niets uitgekeerd zullen krijgen van minima. Bij vooruitzicht op een snelle sanering ze zullen minder snel in slachtoffergedrag verzinken. Ze zullen minder vaak een bewindvoerder, budgetbeheer of budgetbegeleiding nodig hebben.
Lees meer
‘Vergeef ons onze schulden’
Klik hier om dit artikel als Word-document te downloaden.
Wat zien we als we vanuit de bede ‘vergeef ons onze schulden’ kijken naar het probleem van onoplosbare schuldsituaties? Want deze bede uit het evangelie naar Mattheus (hoofdstuk 6, vers 12) heeft als historische en maatschappelijke achtergrond dat mensen ten gevolge van het hebben van financiële schulden in een uitzichtloze situatie terecht konden komen. Schulden die ze niet meer konden voldoen, brachten hen in de macht van kredietverleners.
Op metaforische wijze wordt God in de bede aangesproken als zo’n kredietverlener. De financiële schulden krijgen daarmee ook een metaforische betekenis. Het kan gaan om allerlei misdragingen jegens God, ‘zonden’. Zo is dat in de uitleggeschiedenis van deze tekst ook gegaan, zo sterk zelfs dat de tekst vaak verstaan is als ‘vergeef ons onze zonden’. Maar de metafoor slaat dus terug op iemand die eronder gebukt gaat dat zijn of haar toekomst bepaald wordt door het hebben van een financiële schuld. Waarschijnlijk een schuld die niet afgelost kan worden en zo de weg naar een vrije toekomst afsnijdt. Zo kun je de bede ook als volgt interpreteren: vergeef ons onze schulden opdat wij niet worden vastgeketend aan ons verleden, maar ons open kunnen stellen voor de toekomst, Uw toekomst van gerechtigheid en vrede.
Hier en nu
Dat mensen een weg naar de toekomst wordt afgesneden door een schuld die ze niet kunnen voldoen, is niet alleen iets uit de historische en maatschappelijke context van de Bijbel. We komen het ook tegen in het hier en nu. Volgens de NVVK, de branchevereniging voor schuldhulpverlening en sociaal bankieren, is ondanks het huidige economische herstel het aantal huishoudens met onoplosbare schulden de afgelopen jaren fors toegenomen. In 2014 publiceerde de NVVK het rapport ‘Onoplosbare Schuldsituaties’. Het rapport wees er toen al met een soort van noodkreet op dat het op het moment ontbreekt aan een maatschappelijk antwoord op een toenemende groep met onoplosbare schulden. Voor schuldhulpverlening komen alleen ‘kansrijke gevallen’ in aanmerking. Hierbij gaat het om mensen die kans van slagen hebben om in een schuldhulpverleningstraject van hun schuld af te komen. Daarnaast is er dus sprake van een toenemend aantal huishoudens voor wie er geen uitzicht is op een schuldenvrije toekomst. Een groeiende groep komt zo terecht in een uitzichtloze situatie.
Taboe
Het op de een of andere wijze kwijtschelden van onoplosbare schulden, noem het vergeven van schulden, lijkt de enige manier om een keer te brengen in de situatie van deze mensen. Dit lijkt evenwel een operatie die haaks staat op het principe waar onze samenleving op is gebaseerd: het maken van schulden. Het geld dat de bloedsomloop van onze samenleving uitmaakt, accumuleert in de cirkelgang van kredietverschaffing, investeringen, productie, consumptie en terugbetaling van het krediet met rente. Cruciaal is dat het krediet verschaft wordt en weer terugbetaald wordt. Iemand ontheffen van terugbetaling creëert zoals dat dan heet in economische termen ‘moral hazard’, moreel risico. Vergeving van schulden zet een premie op immoreel gedrag. Het juiste morele gedrag is dat je de schulden die je maakt vol-doet. Het vergeven van schulden creëert ‘free riders’, mensen die leven op kosten van de samenleving. Op het vergeven van schulden rust zo in onze samenleving een taboe, in de zin van ‘dat doe je niet!’. Een taboe dat aan het zicht onttrekt dat we leven in een samenleving waarin consumeren en het daarbij gebruik maken van consumptief krediet wel erg gepropageerd wordt. Kredietverschaffers kunnen daarbij een bedenkelijke rol spelen, door mensen te verleiden tot aankopen onder voorwaarden die hun budget te boven gaan. Een handelswijze die dan weer nauwelijks als immoreel aan de kaak wordt gesteld. Uit het beeld lijkt ook te verdwijnen dat mensen gewoon door maatschappelijke pech, bijvoorbeeld een echtscheiding en/of het verliezen van werk, diep in de schulden terecht kunnen komen.
Sabbatjaar en jubeljaar
Nu staat de bede ‘vergeef ons onze schulden’ in de Bijbel niet op zichzelf. Uit meerdere gegevens in het Oude Testament kennen we de instelling van het sabbatjaar. Dit was een maatregel om een toenemende verarming het hoofd te bieden. Om de zeven jaar moesten de akkers, de wijngaarden en de olijftuinen braak blijven liggen. Wat ze voortbrachten verviel aan de armen. In het kader van dit sabbatjaar vond er ook een kwijtschelding van schulden plaats. Wanbetalers of hun borgen die vanwege hun schuld tot slavernij waren vervallen, kregen zo hun vrijheid terug. In het Bijbelboek Leviticus, hoofdstuk 25, wordt naast het sabbatjaar melding gemaakt van de instelling van het jubeljaar. Dit was het jaar waarin na zeven jaarweken op de Grote Verzoendag de ramshoren (de jobel) klonk. Dit jubeljaar vormde een soort van radicalisering van het sabbatjaar. Naast de al genoemde maatregelen werd in dit jaar ook het grondbezit herverdeeld. Een ieder kreeg zo zijn oorspronkelijke bezit en vrijheid terug. De economische basis van de samenleving werd als het ware 'gereset' naar de begin-situatie.
Er zijn historische gegevens die bevestigen dat het sabbatjaar toegepast werd. Het valt evenwel niet te zeggen hoe trouw men zich er aan hield. Voor het jubeljaar zijn er geen aanwijzingen dat het ooit is toegepast. Op meerdere plekken in de Bijbel komt het evenwel terug als een messiaans perspectief, een visioen. Zo bijvoorbeeld in Jesaja 61 als ‘een genadejaar van de Heer’. In het evangelie naar Lucas wordt hier aan gerefereerd wanneer Jezus bij het begin van zijn optreden deze boekrol voorleest en uitspreekt dat dit genadejaar nu is aangebroken.
‘zoals ook wij hebben vergeven ...’
Waar sabbatjaar en jubeljaar de nadruk op leggen is dat het land, het fundament van de bestaanszekerheid van het volk, God toebehoort. Zoals het volk voor zijn bestaanszekerheid afhankelijk is van God, zó zal het afhankelijk zijn van elkaar. Vandaar dat de bede ‘vergeef ons onze schulden’ een aanvulling kent in de woorden ‘zoals ook wij hebben vergeven wie ons iets schuldig is’. De bede veronderstelt dat wij anderen hun schulden hebben vergeven, dat we anderen een kans hebben gegeven op economisch herstel, op een nieuwe start, op een vrije toekomst. Op grond daarvan bidden we ‘vergeef ons onze schulden’.
Trinus Hoekstra, werkzaam bij Kerk in Actie binnenland