logo-sociale-alliantie6

Kloof tussen arm en rijk sneller gegroeid dan gedacht

Bij veel beleidsmakers en politici bestaat het beeld dat de inkomensverdeling in Nederland relatief gelijkmatig is. Uit een recente studie van het Amsterdamse Instituut voor Arbeidsstudies (AIAS) van de Universiteit van Amsterdam naar inkomensongelijkheid tussen 1977 en 2011 komt een ander beeld naar voren.  

gini

De kloof tussen arm en rijk blijkt in Nederland de laatste decennia een stuk sneller gegroeid te zijn dan gedacht. Ook uit lezingen georganiseerd door de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) blijkt dit, en wordt duidelijk dat ongelijkheid negatieve gevolgen heeft voor de hele samenleving.

Lees meer

Statements Conferentie 'Ongelijkheid en armoede'

Verschillende lid-organisaties van de Sociale Alliantie gaven een reactie op het thema van de conferentie, waarover met het publiek werd gediscussieerd.

Bijdrage Cordaid

Annemarieke Hollanders

hollandersCordaid vindt het belangrijk om te werken aan een wereld, waarin wij de rijkdommen van de aarde eerlijk verdelen, een wereld waarin mensen samenleven in gelijkwaardigheid. Daarom werkt Cordaid wereldwijd mee aan het opbouwen van bloeiende gemeenschappen. Ook in Nederland denken wij, dat gemeenschapsvorming de sleutel is tot het verminderen van on-gelijkheid tussen mensen, of dit nu economische of sociale ongelijkheid is.

Een jaar geleden zijn wij gestart met een nieuw programma: Coöperatief ondernemen in NL.
Wij denken dat sociaal ondernemen in coöperatief verband een slimme manier is om sociale ongelijkheid én inkomensongelijkheid te verminderen. In het bijzonder doordat wij dankzij de coöperatie mensen uit verschillende sociale groepen en inkomensgroepen aan elkaar verbinden.

Wat is ons idee?

Zoals bekend hebben veel mensen met een laag inkomen en een afstand tot de arbeidsmarkt, of mensen die om wat voor reden dat ook in sociaal isolement verkeren, moeite om aan het werk te komen. Maar dat ligt niet aan hun capaciteiten. Mensen zijn tot veel in staat, maar weten de weg niet, verdwalen in regelgeving, of zijn onzeker, en hebben dus een steuntje in de rug nodig.

En dus, en dat zie je op dit moment overal in Nederland gebeuren, gaan mensen coöperatief ondernemen. Het voordeel van een coöperatie is, dat je er niet alleen voor staat, maar in gezamenlijkheid vorm geeft aan het ontwikkelen van je passie. En het is tegelijkertijd veilig: want iedereen kan zich richten op waar hij of zij goed in is. En de coöperatie als geheel draagt zorg voor de gezamenlijke zaken, die vaak lastig zijn, zoals administratie, huisvesting, statuten, het regelen van een startkapitaal, dat soort dingen. Door te werken in coöperatief verband versterk je elkaar, en wanneer het tegenzit, kun je het verlies samen opvangen.

Maar zo'n coöperatie komt niet zomaar van de grond. In ons programma willen wij startende sociale coöperaties verbinden aan reeds gevestigde bedrijven, aan de buurt en de gemeente. Alleen in de samenwerking tussen al deze betrokken partners, die elk hun eigen rol hebben in het geheel, zien wij dat het kans van slagen heeft en dat mensen kunnen opbloeien.

Voorbeelden

Ik wil een paar voorbeelden noemen van hoe zo'n samenwerking vruchten afwerpt:

Ten eerste binnen de coöperatie. Het principe van een coöperatie is, dat ieder er een gelijkwaardige stem heeft. Elk lid telt mee, en dat is belangrijk. Mensen krijgen zo een stem, ze ontwikkelen eigenwaarde en groeien ook persoonlijk. In één van de coöperaties is nu al na een half jaar 3 van de 15 leden zo ver, dat ze zelfstandig verder kunnen. Na een half jaar zijn ze zo gegroeid, dat ze de coöperatie niet meer nodig hebben. En dat was precies de bedoeling.

Een beginnende coöperatie heeft ook samenwerking met gevestigde bedrijven nodig, die bereid zijn kennis en ervaring, ruimte of andere diensten aan te bieden. Verschillende bedrijven willen dit doen in het kader van Maatschappelijk verantwoord Ondernemen. Zo is er bijvoorbeeld een woningcorporatie, die ruimte beschikbaar stekt. En een consultancybureau dat om niet advies geeft over het businessplan of trainingen geeft. Een zorgverlener, die producten afneemt van de cateringcoöperatie.
Zo versterkt het bedrijf de coöperatie, en de coöperatie verrijkt het bedrijf.

Ook gemeenten hebben een belangrijke rol

De gemeente Breda heeft bijvoorbeeld een model uitgewerkt dat aansluit bij de sociale wet-geving en dat de deelnemers in staat stelt toch aan het werk te gaan binnen de coöperatie met behoud van uitkering. Hierdoor kunnen mensen veilig de stap naar ondernemerschap maken. Het zou interessant zijn om te bezien, of de landelijke overheid hier ook een rol kan spelen, zodat niet met elke gemeente apart hierover hoeft te worden onderhandeld.

En tenslotte is ook de buurt of wijk in beeld: de coöperatie kan iets betekenen voor de buurt, door diensten aan te bieden die het leven in de buurt verrijken. Maaltijden, ruimte voor ontmoeting, naaicursussen, enzovoort. De buurt wordt hiermee leefbaarder.

Tot slot

Samenvattend: een bloeiende gemeenschap ontstaat, waar verschillende partners uit verschillende lagen van de bevolking bij elkaar betrokken worden. En hoewel het gaat met vallen en opstaan, als al deze partners zo op elkaar betrokken worden, dan gebeuren er mooie dingen.

Het komende jaar wil Cordaid ongeveer 15 nieuwe coöperaties ondersteunen en daaromheen betrokkenheid creëren van verschillende partners. We hopen daarbij, dat deze initiatieven ook anderen inspireren om iets dergelijks te beginnen. Dan kan het een vliegwielfunctie hebben voor het bredere veranderingsproces in Nederland, waarbij meer mensen vanuit een achterstandspositie kansen krijgen om hun sociale leven én hun inkomen te verbeteren.

Bijdrage Kerk in Actie

Trinus Hoekstra

hoekstra"Het tegengaan van toenemende vermogensongelijkheid via een progressieve belasting op vermogen moet politiek bespreekbaar zijn en niet zoals op het moment taboe verklaard worden! Wanneer mensen in de participatiesamenleving meer op eigen kracht en vermogen worden geacht deel te nemen, moet toenemende ongelijkheid in die kracht en dat vermogen tegengegaan worden!"

Bijdrage Humanitas

Rebecca Gerritse

Wat zien wij als Humanitas?
  • gerritseWij zien in de praktijk dat de groeiende ongelijkheid zichtbaar wordt. De ongelijkheid uit zich vooral in de groeiende kloof in welvaartsniveau. Er bestaat een steeds groter verschil tussen mensen die kunnen meedoen in de samenleving en mensen die buiten de boot vallen.
  • De laatst genoemde groep bestaat ook uit mensen die we voorheen niet zagen (hoger opgeleiden, zzp'ers, mensen met een eigen huis etc.).
  • Daarnaast zien we dat er zich onevenredig veel problemen opstapelen bij één groep; laaggeletterden, LVB'ers, gedetineerden die óók in armoede leven. In de praktijk blijkt dat als je op één vlak niet kunt meekomen, er vaak andere problemen ontstaan. Hier maken wij ons grote zorgen over. Wij zijn de participatiesamenleving, maar dat blijkt niet voldoende. Een 'civil society organisatie' heeft ook te maken met marktwerking. De groep waar wij het nu over hebben is niet populair en maakt het ingewikkeld om hier aandacht voor te krijgen. Juist hier is de rol van de overheid cruciaal (we kunnen niet voor een dubbeltje op de eerste rang blijven zitten).
  • De complexiteit van de doelgroep neemt toe. Om als vrijwilliger om te kunnen gaan met de huidige complexiteit, is opleiding en training vereist. Hier is veel aandacht voor nodig en kan maar tot een bepaalde hoogte. Er zitten grenzen aan vrijwilligerswerk.
  • Er wordt een steeds groter beroep gedaan op vrijwilligersorganisaties en juist daarom is duidelijk onderscheid tussen professionele zorg en vrijwilliger ondersteuning cruciaal.
  • Binnen onze activiteit Thuisadministratie zien wij de grootste groep armen, maar er komt steeds meer op ons af. Thuisadministratie is de snelst groeiende activiteit binnen Humanitas en de voorspellingen voor de toekomst zijn zorgelijk.
  • Om een algemeen beeld te geven: Vanaf 2010 is Humanitas is het aantal deelnemers met 37% gestegen en het aantal vrijwilligers met 31%. Terwijl onze begroting met 3,5% is gegroeid!
Het 'antwoord van Humanitas'
  1. De toenemende complexiteit vraagt om meer ondersteuning in training en opleiding (deskundigheid en vaardigheden) voor onze vrijwilligers
  2. Opeenstapeling van problematiek bij één groep betekent dat een integrale aanpak nodig is tussen verschillende thema's en organisaties.
  3. Aandacht voor preventie en het vroegtijdig signalering van armoede- en schuldenproblematiek. Hierin hebben organisaties elkaar hard nodig.
Wat wij hieraan doen
  • Wij bieden Thuisadministratie en geven daarmee mensen tijdelijk een steun in de rug om de eigen (financiële) administratie op orde te krijgen en te houden en hen wegwijs te maken in wet- en regelgeving en instanties. We bereiken hiermee: het verbeteren van het leefklimaat en levenstandaard van mensen en het voorkomen van schuldhulpverleningstraject of het sneller toeleiden naar schuldhulpverlening.
  • Wij zien een opstapeling van problemen bij onze deelnemers. Mensen hebben niet alleen hulp bij Thuisadministratie nodig, maar zitten bijv. ook in detentie of hebben te maken met andere problematiek. Omdat wij steeds meer overlap zien ontstaan tussen de thema's (waar Humanitas zich op richt) en omdat wij lokaal/regionaal de netwerken optimaal willen kunnen inzetten om de armoede te bestrijden, zetten wij vanaf eind dit jaar per district een 'Thuisadministratie – armoedecoördinator' in. De inzet van deze 5 personen levert het volgende op:
  • Optimaal toegeruste vrijwilligers Thuisadministratie: door overdracht van kennis, opleiding en training zijn vrijwilligers beter voorbereid op de toenemende complexiteit, kunnen beter hun weg vinden in de wet- en regelgeving en kennen de laatste landelijke ontwikkelingen in het armoede- en schuldenbeleid.
  • Een ontsloten en versterkt lokaal, regionaal en landelijk netwerk van (keten)partners: door het ontwikkelen van nieuwe contacten en proactief samenwerking te zoeken met ketenpartners. Dit doen we daarnaast door per regio afspraken te maken over onderlinge rollen, taken en mogelijkheden voor verwijzing.
  • Een integrale aanpak voor armoede- en schuldenproblematiek: door kennis te bevorderen over het signaleren van armoede- en schuldenproblematiek binnen alle thema's waar Humanitas actief is. Zo kan vroegtijdig worden gesignaleerd als mensen in financiële problemen (dreigen te) raken waardoor zij eerder geholpen kunnen worden.
  • Om dit te kunnen laten slagen hebben wij andere organisaties hard nodig.
  • Onze kracht ligt niet alleen in de ondersteuning van mensen, maar juist ook in het voorkomen van problematiek. Juist door mensen te bereiken die nog niet in grote problematische schulden of armoede verkeren. Ook daarin in samenwerking essentieel.

Introductie Conferentie 'Ongelijkheid en armoede'

door Ruud Kuin, voorzitter Sociale Alliantie

kuinBezit

De drie rijkste Amerikanen bezitten meer dan het gezamenlijk BBP van de 65 armste landen op de wereld. Van de 7 miljard mensen op aarde bezitten de 85 rijkste evenveel als de armste helft van de wereldbevolking. In Nederland is 65% van het vermogen in bezit van de rijkste 10%; de rijkste 2% bezit 33%.

Is ongelijkheid groter of kleiner geworden?

De rijkste 10% ontvangt 9 maal zoveel als de armste 10%. Dat was in de jaren '80 nog 6 maal (zo is het in Duitsland, Zweden en Denemarken nog steeds). In 1950 ontving een topman 30 maal modaal. Dat is op dit moment 500 maal!

Is ongelijkheid goed / niet goed?

De argumenten:

  1. Iedereen heeft de kans om miljonair te worden.
    Er wordt niet bij verteld dat die kans statistisch 0,00143% is. Ook wordt niet vermeld dat die kans in landen met minder ongelijkheid het grootst is.
  2. Kans op rijkdom stimuleert groei.
    Tot wat stimuleert € 7,2 miljoen per uur verdienen? Wat is het stimulerende effect van het feit dat 60% van de mensen goed is voor niet meer dan 4,2% rijkdom? Meer ongelijkheid bete-kent niet meer groei; in 'gelijkere' landen is er meer groei.
  3. Het verschil tussen rijk en arm was er altijd al, dat is een 'natuurwet'.
    Onderzoek, waaronder dat van Piketty, toont aan dat het groeit als we niet ingrijpen.
  4. Rijken zorgen voor werk.
    Multinationals doen het tegendeel. Begin jaren '70 waren er 195.000 Nederlanders werkzaam bij een multinational = 1 op 25 werknemers. Nu zijn dat nog 39.000 mensen = 1 op de 204.

Hoe erg is ongelijkheid?

  1. 1,2 – 2,5 miljoen mensen leven in armoede.
  2. Hoe groter de ongelijkheid:
    hoe lager de levensverwachting
    hoe lager het sociale vertrouwen
    hoe hoger analfabetisme, moordcijfer, het aantal tienerzwangerschappen en des te meer obesitas.
  3. Het is een bron van populisme, nationalisme en racisme omdat grote groepen zich buiten gesloten voelen.
  4. Het ondermijnt (het vertrouwen in) de democratie. Een kleine groep heeft grote (economische) macht. Flexibilisering, marktwerking, afbraak van de sociale zekerheid dragen bij aan het afnemende vertrouwen.

Wat vinden we acceptabel?

In Nederland vinden we dat een directeur tot zo'n 5,4 maal meer dan een arbeider mag verdienen. We denken dat het 11,4 maal zoveel is, maar in werkelijkheid is het 17 maal zo veel.
57% van de bevolking is voor nivellering.

Wat te doen?

Het verzamelen van gegevens is belangrijk: meten = weten. Dat zal Monique Kremer van de WRR in haar bijdrage laten zien. Een volgende stap is dan daar iets aan doen. En daar zijn verschillende mogelijkheden voor, bijvoorbeeld het invoeren van een ander belastingsysteem. Een systeem waarbij kapitaal zwaarder belast wordt dan tot nu toe. Waar wij als Sociale Alliantie in elk geval naar toe willen: minder inkomensverschillen.

Deel deze pagina via sociale media

logo armoede live 10jaarlater

logo expeditie sociale cooperatie

Adres

t.a.v. Amel Namane/ Sociale Alliantie
p/a FNV
Correspondentie per mail heeft de voorkeur:

mailadres2

Volg ons op sociale media