logo-sociale-alliantie6

Overspannen democratie opgelost in verborgen macht van algoritmes

overspannen democratieEr is te veel democratie. De mensen worden daar overspannen van. Toch is er behoefte aan democratie en roepen mensen zo mogelijk om nog meer democratie. De filosoof Gijs van Oenen weet een uitweg uit deze klemsituatie: de overheid regelt voortaan namens de burgers het politiek bestuur. Dankzij algoritmes ontzorgt de overheid haar burgers met een verbeterde versie van democratische interactie. Dat is letterlijk de oplossing van de overspannen democratie: ze verdwijnt in het zwarte gat van algoritmes. In deze bijdrage plaatst Raf Janssen enkele kanttekeningen bij het boek Overspannen democratie. Hoge verwachtingen, paradoxale gevolgen van Gijs van Oenen, docent sociale en politieke filosofie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.

“Als ze verkeerd worden gebruikt, versterken systemen op basis van algoritmes menselijke vooroordelen en vergroten ze ongelijkheid tussen groepen in de samenleving.”
Virginia Eubanks, auteur van het boek Automating Inequality. Zie artikel van Wouter van Noort in NRC 18 januari 2019.

Overvraagde burgers besteden democratie uit

Gijs van Oenen heeft een prikkelend boek geschreven over de ‘overspannen democratie’. Zijn stelling is dat de mensen zo enthousiast zijn geworden/gemaakt voor democratie, dat het voor henzelf en voor de democratie een probleem wordt: te veel van het goede! De mensen worden in toenemende mate opgeroepen om mee te doen met het beleid van de overheid en ze willen dat zelf ook steeds meer. De verwachte resultaten van dit alsmaar meer meedoen worden steeds hoger. De personen die burgers formeel vertegenwoordigen in de instellingen van het democratisch systeem, kunnen deze verwachtingen niet waarmaken. Dat komt mede omdat er krachten en verschijnselen zijn die buiten de democratie om bepalen hoe de samenleving reilt en zeilt. In dit verband zet Van Oenen met name uiteen hoe de democratische instituties en democratische praktijken gefrustreerd worden door het neoliberalisme die alles en iedereen ondergeschikt heeft gemaakt aan de markt. Ook wordt een hoofdstuk gewijd aan het groeiende populisme dat moeilijk te rijmen is met democratie, omdat de rechtse variant van het populisme aanstuurt op een sterke leider en de linkse variant verzandt in basisbewegingen die geen doorzettingsmacht hebben. Het niet uitkomen van de hoge verwachtingen die burgers hebben van de democratie stelt hen teleur, maakt hen boos, overspannen en oververmoeid. En het democratisch bestel verliest zijn geloofwaardigheid. De roep om nog meer en nog betere democratie maakt de situatie alleen maar erger: de democratie gaat aan zijn eigen succes ten onder! Gijs van Oenen heeft een oplossing voor dit probleem: de overvraagde burger, die zich afwendt van de democratie, uit de wind houden van het steeds meer mee-overleggen en mee-besluiten door de overheid namens de burgers die ‘democratische inbreng’ te laten verzorgen. Dankzij algoritmes kan de overheid als hoofdrolspeler van het democratische bestel de wezensnoodzakelijke inbreng van burgers namens de burgers verzorgen. En dat kan ze ook nog eens veel beter dan de burgers zelf. De overvraagde burger kan tot rust komen, omdat hij voor zijn democratische inbreng zelf niet meer nodig is: die democratische taak neemt de overheid hem uit handen. At your service! En doordat burgers hun democratische taak outsourcen, overlaten aan het democratisch systeem zelf, wordt dit systeem zelfs democratischer.

Rijke vindplaats van denkbeelden

Gijs van Oenen is erin geslaagd om op bondige wijze een grote hoeveelheid aan theorieën en standpunten met betrekking tot politiek en democratie op een kritische wijze voor het voetlicht te brengen. Hij bespreekt denkbeelden van auteurs als Foucault en Habermas op heldere wijze en vervlecht hun theorieën met beschouwingen over ontwikkelingen in de hedendaagse samenleving. Op toegankelijke wijze verduidelijkt hij het denken en doen van het neoliberalisme. Hij schetst een goed beeld van het populisme, zowel ter rechter- als ter linkerzijde. Onder het trefwoord ‘democratische metaalmoeheid’ wordt een levendige beschrijving gegeven van de vermoeidheid die zich stilaan meester maakt van burgers die door politiek en bestuur constant gevraagd wordt om met hen mee te denken en mee te doen. De ‘algoritmische democratie’ als opruimer van deze vermoeidheid wordt meeslepend beschreven. We zouden op diverse onderdelen van het boek in kunnen gaan. Dat doen we niet. We beperken ons tot het omschrijven van twee vragen die het boek bij ons oproept. De eerste vraag is of de diagnose van de ‘overspannen democratie’ wel klopt. De tweede vraag is of de voorgestelde oplossing van de ‘algoritmische democratie’ niet erger dan de vermeende kwaal.

Klopt de diagnose wel?

Stel je een politicus voor, van welke partij dan ook….. Dat zijn de eerste woorden van het boek dat de filosoof Gijs van Oenen geschreven heeft over de democratie die naar zijn waarneming overspannen is. En wat doet die politicus? Die vraagt aan haar gehoor of ze meer of minder democratie willen. En volgens Van Oenen zal het publiek roepen: meer, meer, meer!
Deze openingspassage roept het beeld op van een democratie die gelieerd is aan de overheid en aan de daarmee verbonden juridische structuren, zoals de staat, het parlement, verkiezingen. Democratie krijgt vooral gestalte als staatsinrichting en regeringsvorm. Daarmee wordt het begrip democratie ingeperkt. Bij een breder begrip van democratie stelt het probleem dat Van Oenen tot uitgangspunt neemt zich niet of in ieder geval veel minder. Het denken en doen van de in aantal en omvang groeiende burgerinitiatieven geven aan het democratiebegrip een inhoud en een vorm die geen kopie van de staatsinrichting en de regeringsvorm zijn. De democratie die burgerinitiatieven nastreven is veeleer een levenswijze van mensen die zich verbinden in horizontaal georganiseerde egalitaire gemeenschappen. De macht wordt niet overgedragen of toebedeeld aan een aantal gekozenen. Mensen die meedoen in burgerinitiatieven vormen in samenspraak en samenwerking met elkaar een leefwereld waarin allen gelijkberechtigd zijn en allen respect, erkenning en waardering krijgen. Hier kunnen allen die door besluiten geraakt worden daar ook over mee praten en besluiten. Hier is helemaal geen sprake van te hoge verwachtingen over het samen zaken voor elkaar krijgen. Hier is ook sprake van een ander begrip van politiek.
Het begrip ‘democratie’ dat Van Oenen hanteert, wordt gekoppeld aan een opvatting van politiek die juist ter discussie gesteld moet worden. Burgers die initiatieven nemen met betrekking tot de inrichting van hun samenleving, zouden wetenschappers op het idee moeten brengen dat een onderscheid gemaakt moet worden tussen de politiek en het politieke. De politiek gaat over het bedrijf van de politiek, over het doen en laten binnen de instituten zoals parlement, raad, colleges, politieke partijen. Het politieke betreft het worstelen van mensen om in de dagelijkse praktijk vorm en inhoud te geven aan een samenleving die hen past. Als democratie ingezet wordt als instrument van de politiek kan het zijn dat mensen daar doorheen prikken, er genoeg van hebben en afhaken. Dat gebeurt zeker als de koers die de instellingen van de politiek varen haaks staat op de belangen van mens en natuur. Dat is precies wat momenteel gebeurt. In hoofdstuk 2 beschrijft Van Oenen treffend hoe het neoliberalisme politieke en democratische praktijken en structuren koloniseert en uitholt. Als democratie daarentegen een uitdrukking is van het politieke kunnen mensen daar nooit genoeg van krijgen; daar zijn ze dagelijks mee bezig; in het klein en soms ook in het iets grotere. De diagnose dat de democratie overspannen is, geldt alleen als verkorte begrippen gehanteerd worden van democratie en politiek en als de door burgers bevochten rechten van politiek en democratie door een ‘gulzige overheid’ verknipt worden tot instrumenten om mensen als consumenten in de gangbare orde van de markt te houden.

Is de oplossing erger dan de vermeende kwaal?

In diagnose-hoofdstuk 2 schetst Van Oenen een beeld van de overheid die geheel en al in gijzeling is genomen door de markt. In oplossing-hoofdstuk 5 wordt diezelfde overheid plotseling in staat geacht om namens de burgers de democratie te redden. Waar in het boek is beschreven hoe de overheid van Saulus Paulus is geworden? Waar is de weg naar Damascus waar die metamorfose heeft plaatsgevonden? Voor ons blijft die omslag een raadsel, tenzij de overheid door de onderdompeling in het doopwater van de algoritmes schoongewassen is en genezen is van de gediagnosticeerde neoliberale verzieking.

Bedreigingen van de openbaarheid

In hoofdstuk 2 beschrijft Van Oenen vier ontwikkelingen die een bedreiging vormen voor de sfeer van openbaarheid binnen de burgerlijke samenleving die democratie als sociale en culturele praktijk mogelijk maakt. De eerste bedreiging gaat uit van de media die een sterke verschuiving van argumentatieve cultuur naar beeldcultuur bewerkstelligen. De tweede bedreiging heeft te maken met het verschijnsel dat bepaalde groepen of individuen uitgesloten worden van de openbaarheid: de stem van minderheidsgroepen klinkt minder goed door in de openbaarheid dan die van de gevestigde orde. De derde bedreiging is het transnationaal karakter van de hedendaagse openbaarheid, die niet meer vanzelfsprekend gebonden is aan de instituties en begrenzingen van de natiestaat; interculturalisering en globalisering problematiseren de idee van een samenhangende nationale discussiecultuur. Tenslotte is er de bedreiging die door Van Oenen het meest uitvoerig beschreven wordt, namelijk de ontwikkeling dat de openbaarheid ten prooi is gevallen aan het neoliberalisme. De altijd al precaire balans tussen markt en communicatie in de openbaarheid is duurzaam ontwricht geraakt door processen van vermarkting en financialisering: de markt is er niet voor de burger, maar de burger is er voor de markt; de burger moet als actief consument voldoen aan de verlangens van de markt. “De neoliberale strategie is erop gericht burgerschap in consumentisme om te zetten. Besluitvormingsprocessen over kwesties van collectief belang moeten van de politiek overgeheveld worden naar de markt. (…) Dit is een heel dwingende verandering. Als individu heb je namelijk niet eens meer de vrijheid om dit als politieke kwestie te beschouwen. Je hebt je in dezen domweg als consument te gedragen.” (p 98) Via ‘nudging’ – dat is een keuzearchitectuur optuigen waarin de verkieslijke oplossing letterlijk de meest voor de hand liggende is – wil de overheid actief bevorderen dat mensen een bepaalde keuze maken, namelijk de keuze om publieke kwesties om te vormen tot zaken die ter private beoordeling staan en via marktmechanismen worden ‘opgelost’. (p 102)

De verborgen macht van algoritmes

Diezelfde overheid die volkomen in beslag is genomen door de markt, zorgt uiteindelijk toch voor het voortbestaan van de democratie, dankzij de wonderbaarlijk werking van algoritmes, die alle gesignaleerde bedreigingen van de openbaarheid en de democratie kennelijk ongedaan weet te maken. Algoritmisch-democratische besluitvorming gaat steeds minder plaatsvinden als vorm van participatie van burgers in het systeem van politiek bestuur, en meer in de vorm van service van de overheid aan de burgers. Van Oenen bestempelt de ontwikkeling dat de overheid adviseur wordt van de burger in plaats van de burger controleur van de overheid als ‘geavanceerde democratie’. (p. 238). De veronderstelde heilzame macht van algoritmes heeft een aantal duistere kanten die door Van Oenen niet worden benoemd.
Een eerste verborgen macht van algoritmes wordt beschreven door Willem Schinkel in zijn boek over De nieuwe democratie. In dit boek wordt een hoofdstuk gewijd aan ‘Vrijheid en de nieuwe technologieën van de zelfcontrole’. Hierin bespreekt Schinkel een constatering van Gilles Deleuze over ‘het dividu worden van de mens in de controlemaatschappij.’ Dividu is een term van Nietzsche, die daarmee inspeelt op de term ‘in-dividu’: ‘ondeelbaar’. Door technologieën waarmee algoritmes worden gebouwd, wordt de heelheid van de mens afgebroken: allerlei losse deeltjes van de tot dividu gemaakte mens worden bij elkaar geraapt tot een profiel. Anders dan Van Oenen – die Schinkel in zijn boek wel instemmend citeert – ontdoet Schinkel begrippen als democratie en politiek niet van hun kritische inhoud.
Een tweede verborgen macht wordt momenteel met veel politiek gedoe aan het licht gebracht in de Verenigde Staten van Noord-Amerika. Het betreft de steeds groter wordende mogelijkheid om via internet de massamedia te manipuleren en daarmee de openbaarheid uit te hollen.
Een derde verborgen macht is de werking van zoekmachines waarop algoritmes hun samenstelling en inhoud baseren. De opeenstapeling van data wordt op steeds meer terreinen ingezet als oplossing van keuzen die gemaakt moeten worden, van besluiten die genomen moeten worden. In het voeren van gesprekken over de te maken keuzen en de te nemen besluiten ligt de kern van de democratie. Die kern wordt door schimmig aangestuurde zelfwerkende machines uitgehold.
Een vierde verborgen macht moet gezocht worden in de constatering dat feiten zelden objectief zijn, maar meestal ingekleurd worden door de bril die iemand op heeft, door de belangen die op de voor- of achtergrond meespelen. Het Afrikaans spreekwoord dat de leeuwen een ander verhaal vertellen over de jacht dan de jagers, drukt dit verschijnsel goed uit. Ook in algoritmes zitten bepaalde brillen, bepaalde grammatica’s, bepaalde kijk op zaken, bepaalde waarden verborgen.
Een vijfde verborgen macht, en mogelijk de meest machtige macht, is de werking van de neoliberale logica die steeds meer doordringt in ons aller leven nu de kapitalistische economie het karakter krijgt van een kenniseconomie. “Digitale waarden als snelheid, flexibiliteit, connectiviteit en transparantie zijn in de eerste plaats marktwaarden gericht op het vangen en kanaliseren van de aandacht van consumenten. Daar waar de industriële revolutie draaide om de toe-eigening en exploitatie van menselijke spierkracht, draait de digitale revolutie om de toe-eigening en exploitatie van de menselijke geest, om het ontginnen en vermarkten van zijn verlangens, wensen en voorkeuren. We zijn getuige van een productieproces waarin het accent is verlegd van materiële manipulatie naar geestelijke manipulatie.”

De ‘oplossing’ van de democratie

De algoritmische democratie die Van Oenen presenteert als ‘oplossing’ voor de overspannen verklaarde democratie, lost de democratie letterlijk op, ontneemt haar het politieke karakter van ‘volksheerschappij’ als bestuursvorm waarin de wil van het volk de bron is van legitieme machtsuitoefening. De maatschappelijke dialoog om sociale erkenning en de maatschappelijke strijd om gelijkberechtiging kunnen niet op tegen de algoritmes die veel beter dan (groepen) burgers een veelheid aan systeemlogica’s verdisconteren en daarmee de kritische inbreng van burgers tot overbodige onvolkomenheid degradeert. Van Oenen omschrijft deze dodelijke emancipatie van de democratie als volgt. “De belangrijkste principiële reden dat kritiek niet meer als kritiek functioneert in de moderne democratie is dat democratie onder invloed van algoritmisch bestuur transformeert van politiek arrangement tot een vorm van service, oftewel dienstverlening. Democratie wordt verleend als dienst – aan burgers voor wie democratie als politiek arrangement te veel van het goede is geworden.” (p. 233)
In de eerste vier hoofdstukken van zijn boek hebben we Gijs van Oenen leren kennen en waarderen als een kritisch waarnemer van maatschappelijke verschijnselen en ontwikkelingen rond democratie. In het laatste hoofdstuk zoekt men tevergeefs naar diezelfde kritische benadering van het verschijnsel van algoritmes en de invloed die deze steeds meer gaan uitoefenen op ons aller leven. Gijs van Oenen ontpopt zich hier als een kritiekloos aanhanger van het ‘dataïsme’, de nieuwe religie die de mens op een zijspoor zet. 

Raf Janssen

Afdrukken

Deel deze pagina via sociale media

logo armoede live 10jaarlater

logo expeditie sociale cooperatie

Adres

t.a.v. Amel Namane/ Sociale Alliantie
p/a FNV
Correspondentie per mail heeft de voorkeur:

mailadres2

Volg ons op sociale media