De obsessie van niks
De positie van steeds meer mensen in de samenleving is de laatste tijd flink verslechterd. Ongeveer 40 jaar geleden schreef Raf Janssen een korte beschouwing over de obsessie van niks. Dat verhaal is actueler dan ooit.
Steeds meer huishoudens kampen met zware financiële problemen. Hun hoofdtaak wordt: zorgen het hoofd boven water te houden. Een eenzame en slopende arbeid, 24 uur per dag en 7 dagen in de week. Mensen met de laagste inkomens waren al gewend aan de onmogelijke opdracht om rond te komen van minder dan weinig. Vanwege de achterblijvende pensioenen en lonen, vanwege de toenemende inflatie en de almaar stijgende energieprijzen worden ook steeds meer middeninkomens gedwongen tot steeds meer versoberen en almaar plussen en vooral minnen om de eindjes aan elkaar te knopen. Dat betekent veel tijd steken in het zoeken van koopjes (‘prijskopen’). Verder betekent het besparen op kosten die te maken hebben met het maatschappelijk functioneren en met het sociaal verkeer tussen mensen. Alles wat er was aan goederen als vakantie, abonnementen, verzekering, recreatie moet worden geschrapt als ‘te luxe’. Dat betekent een verregaande inkrimping van de sociale leefwereld van mensen: je komt nergens en bij niemand meer. Armoede doet mensen vereenzamen. De leefwereld wordt sterk ingeperkt en de activiteiten die men ontplooit staan vooral in het teken van het rondkomen. Veertig jaar geleden kwam deze situatie aan de orde in een serie gesprekken met vrouwen in de bijstand. Toen werd gesproken van een ‘obsessie van niks’. Vrouwen die in zo’n situatie zaten maakten duidelijk wat dit inhoudt:
- je kinderen niet kunnen geven waar ze recht op hebben;
- aangewezen zijn op kleren van het Leger des Heils;
- je eigen gezondheid verwaarlozen;
- bang zijn dat er bezoek komt;
- ruzie met je kinderen die mee willen doen met de rest van de klas;
- angst dat wasmachine, strijkbout of stofzuiger stuk gaat;
- vlees bereiden met het receptenboekje ‘tien keer anders gehakt’;
- dag in dag uit alle energie steken in moeten rondkomen;
- alsmaar zitten rekenen en rekenen en zitten zeiken over geld.
Dat waren dagelijkse ervaringen van veertig jaar geleden. Sindsdien hebben honderdduizenden mensen soortgelijke ervaringen opgedaan. Armen zitten gevangen in een ‘obsessie van niks’. Daar hebben ze een zware dagtaak aan, alleen al om de kinderen en henzelf uit te leggen waarom dingen die voor anderen heel vanzelfsprekend zijn, voor hen niet kunnen of mogen. De huidige inflatie en de stijging van de energieprijzen maken dat steeds meer huis-houdens op soortgelijke wijze te maken hebben of krijgen met deze obsessie van niks. In de jaren 70/80 van de vorige eeuw zochten mensen die in deze situatie verkeerden elkaar op, om elkaar te steunen, maar vooral om politieke actie te voeren om de lage inkomens op te trekken en te verhinderen dat groepen tegen elkaar werden uitgespeeld.