logo armoede live

Armoede Live 10 jaar later:
Jan en Ardy

Je kunt opnieuw beginnen

Klik hier om dit artikel te downloaden als pdf-document.

Een oplossing voor armoede? Jan en Ardy zijn blij dat ze geen eigen bedrijf meer hebben. Als ze terugkijken op het faillissement van hun varkenshouderij en ze kijken naar andere ondernemers in de sector, dan zien ze hoe het nog steeds niet makkelijk is voor boerengezinnen. Het gaat henzelf nu goed. Ardy: “Het kostte ons wel 10 jaar van ons leven.”

Jan en Ardy
Foto: ©Louis Brown

Hoe kijken ze in 2017 terug op de afgelopen tien jaar? Wat is er gebeurd?
In 2007 waren Jan en Ardy 58 en 50 jaar. Ze waren landbouwondernemers, hadden een varkenshouderij en gingen als gevolg van de varkenspest failliet. Bijna tien jaar lang leefden ze op het minimumniveau om hun schulden af te betalen. Jan werkte daarna in de groenvoorziening en Ardy in het schoonmaakwerk. Ze hebben drie kinderen. “Op een gegeven moment ben je je geld kwijt, je hebt geen koopsompolis, je hebt niks. 't Is allemaal weg.”

In 2017 is Jan met pensioen en doet veel vrijwilligerswerk. Ardy doet schoonmaakwerk en ze passen op hun kleinkinderen. Ze wonen nog in hetzelfde huurhuis en vinden dat ze het goed hebben.
Ardy: “Ik denk dat wij wel van die generatie zijn van zet je schouders eronder.” Ze rentenieren en er gebeurt veel ...

“We zijn er goed doorheen gekomen. De kinderen hebben het fijn, we wonen hier mooi.”

“Op de foto van de vorige keer in 2007 lachen we wel, maar we kijken zo somber. Die waren niet levendig”, zegt Ardy.
Jan over de fotosessie met de fotograaf in 2017: “Nu moesten we steeds lachen. Nou doen we ook niks anders dan lachen, we hebben het vreedzaam. We zijn er mooi doorheen gekomen. De kinderen hebben het fijn, we wonen hier mooi.”
Ardy: “Je had het financieel wel anders gehoopt. We hadden een bedrijf en boerderij en twee woningen. Dit is niet van ons, we hadden graag een eigen woning gehad, maar het is goed zo.”
En over scheidingen zegt Ardy: “Wij hebben geleerd: als er bij sokken een gat in zit, je kunt ze stoppen, maar je kunt ze ook weggooien. Je kunt ook proberen door te gaan. Stop je sokken en trek ze weer aan en niet weggooien. Een 'gaatje' her en daar went vanzelf.
Ik denk dat wij wel van die generatie zijn van zet je schouders eronder en nu zijn ze makkelijk en doen niks …. Wij zijn getrouwd en bij problemen proberen we er samen uit te komen. Wij hebben een moeilijke tijd gehad. Dan had de een het moeilijk en dan de ander. En je mag trots zijn dat we er toch samen doorgekomen zijn! Ik heb van thuis uit gescheiden ouders. En mijn moeder bleef zitten met 8 kinderen. Wat dat betreft heb ik een goed voorbeeld gehad.”

Rentenieren en veel werk

“Ja, wij zijn aan het rentenieren en ondertussen …” en dan somt Jan zijn bezigheden op: “ik ben in het bestuur van de KBO (Katholieke Ouderenbond) gekozen en ik zit in een paar commissies. Het KBO-blad bij de bezorgers verdelen. En ze hebben een Vrijwilligerscentrale nu en dan doe ik perkjes schoon maken en snoeien en rondom het kerkhof netjes maken. Blad ruimen en dat spul en ze hebben in het dorp bloembakken gehangen en dan moet er twee keer per week water gegeven worden en dat doen we dan met een paar mensen om beurten.
Ardy: En dan krijg je zo'n schema en daar is Jan ook ingepland ...
Jan: En een paar keer per jaar doen we het zwerfvuil in het buitengebied. In de kern vaak wel in opdracht van de gemeente, maar in het buitengebied gebeurt dat natuurlijk nooit, dus een paar keer per jaar het buitengebied schoonmaken. En bij het voetbalveld ben ik vrijdag aan het poetsen en de stoep vegen en de bladeren blazen. Rondom het veld de hagen schoffelen. Dat is wat ik in mijn vrije tijd doe.
Ardy: En als ze je eenmaal weten te vinden, dan moet je soms zeggen: ik heb nu wel effe genoeg, want vrijwilligerswerk is niet altijd vrijblijvend.
Jan: Iedereen kent elkaar, als ze er zes nodig hebben en je bent met tien, dan is het geen probleem als je niet kunt een keer. Ledenblad moet ik verdelen, stencils erbij, als je een keer niet kunt is het geen probleem, maar je moet wel even voor een vervanger zorgen.
Ardy: Net als bij de carnavalsclub, Jan zit ook in het schema van het oud papier ophalen, dat doen ze op zaterdagmorgen elke maand.
Jan: Vroeger hadden we KP, de plattelandsjongeren, daar ben ik in het bestuur geweest en penningmeester en in het bestuur van de NCB (Noordbrabantse Christelijke Boerenbond). Dat is nu de LTO (Land- en Tuinbouworganisatie). Bij de carnavalsvereniging in het bestuur was ik penningmeester. Niet dat ik er zo goed in ben, maar ze zien dat ik daar en daar in het bestuur zit en dan proberen ze je weer te strikken.”

50 jaar gewerkt

Jan: “Ik heb ruim tien en een half jaar gewerkt bij het bedrijf waar ik toen werkte. Daar werken 4600 mensen, ze poetsen op scholen, of werken in het groen; de mensen hebben een vorm van handicap. Ik zat er in het groen en ik had een groepje onder me. Je werkt er veel voor de gemeente …. die doet het uitbesteden. Tien en een half jaar is een behoorlijke tijd en altijd voltijds gewerkt. Toen ik 65 werd, was de AOW verhoogd naar 65 plus 2 maanden, ik had nog m'n verlofdagen dus 1 oktober ben ik gestopt. Elke twee weken hadden we een overleg met de werkleiding, hoe ver we waren met het werk en zegt de leiding: 'Jan, jij stopt toch nog niet, want jij kan nog wel door' … nou nee, ik heb het met veel plezier gedaan, maar nou is het mooi geweest.

Ardy: Als je 50 jaar gewerkt hebt ...
Jan: ik was nog geen 16 toen ik van de landbouwschool afkwam en ik kon wel goed leren, thuis deed ik nooit huiswerk, we hadden het makkelijk. Vanaf mijn 15de heb ik gewerkt. De directeur van de basisschool is nog bij mijn vader thuis geweest om te vragen waarom ik toch niet naar de MULO ging. Ik hielp al thuis en mijn vader vond dat prima; er waren 12 kinderen ….

Ardy: Ik heb gewoon mijn poetsadresjes gedaan zeg maar. Toentertijd werkte ik bij de architect, in loondienst. En hier schuin tegenover was een gezinshuis, die hadden die kinderen in hun huis tot hun 18e jaar en daar heb ik ook tien jaar gewerkt en met die mensen heb ik nog steeds contact. Cafetaria poetsen dat heb ik ook tien jaar gedaan.
Jan: Toen zij werkte kregen we belasting terug, zowel van haar als van mij. Tien jaar lang was het zo dat we belasting terugkregen, dat was altijd een mooi centje.
Ardy: Als ik wil kan ik elke dag wel poetsen, bij wijze van spreken. Veel mensen hebben tegenwoordig graag een poetshulp.
Jan: Ze zeggen dat ze het allemaal druk hebben ….
Ardy: Een terrasje is ook wel eens fijn. We fietsen graag. Je kunt ook elke keer koffie meenemen en een paar flesjes drinken. Of een lekkere krentenbol mee aan een picknicktafel is ook leuk, je treft veel mensen, die vaak wel in zijn voor een praatje.”

Kleinkinderen

Ardy: “De kleinkinderen, die zijn nog heel klein, de oudste is nog maar 2,5 jaar. Zo heb je geen kleinkinderen en zo 4 in 3 jaar tijd. Ik ben 2 en ik zeg nee.
Jan: Ze is erg ondernemend, zit overal op en aan, kan nog geen halve minuut zitten, je krijgt het niet voor elkaar!
Ardy: Onze jongste heeft altijd gezegd geen kinderen te willen; ze zijn met de kinderen van anderen heel gek, maar voor henzelf, nee.

Ardy: Jan is gelukkig nog van 1949 en in ons geval: ik ben veel jonger en dan zou ik pas met 67 jaar AOW krijgen, maar we hebben net nog die partnertoeslag, dus praktisch mooi 10 jaar hebben we voordeel. Dan heb je ook wel mensen die zeggen; nou nou nou...
We hadden van die koopsompolissen en die hebben we allemaal in het bedrijf gestoken. Als we dit doen en dat doen, dan komen we eruit … Als Jan 60 wordt, als Jan 65 wordt....: dat is allemaal weg. Van die 10 jaar werken daarna hebben we wel een extra centje, in 10 jaar heb je wel weer wat. Als ik 67 ben krijgen we ook nog een beetje, van 10 jaar architectenkantoor, 10 jaar snackbar en bij het gezinshuis poetsen 8 jaar lang. Het waren allemaal maar uurtjes, maar daarvan kun je een keer iets leuks met de kinderen doen.
Jan: En er was nog een foutje gemaakt, sorry meneer, maar u heeft nog recht op 20 euro per maand. Dat kreeg ik in een keer, wat ik had gemist. Mooi iets van 500 euro.”

Investeren en de praktijk

Jan: “Hierachter hebben we een koeieboer zitten, maar je moet zoveel investeren, je hebt al veel geïnvesteerd en dan nog meer, dat wordt achter het bureau beslist, niet in de praktijk. Dan wordt er een superheffing ingevoerd, werd opgeheven, die stopt en die stopt, dan bouw ik mijn stal uit,
maar toen kwam er een wet met je mag maar zoveel koeien per hectare, en die boeren hebben geïnvesteerd, maar ze mogen niet meer koeien hebben. Als er onverwachts een wet in het leven wordt geroepen, dan hangen ze. Dan heet het: vóór 2028 investeren, nu vervroegd zelfs naar 2022, en dat is te kort, dan krijgen ze dat niet voor mekaar. Het is nog tot daar aan toe als ze het kunnen verdienen, maar ze zijn blij dat ze overeind blijven, laat staan dat ze moeten investeren.
Hoe het beter zou kunnen? Beter is toch in overleg, meer inzicht in hoe het echt werkt op de werkvloer, want ze beslissen iets en dan moeten de boeren het maar doen. En de dingen nakomen en niet tussendoor veranderen.”

“Dieren is iets anders”

Ardy: “Als je een winkel hebt en je hebt bepaalde spullen, dan doe je uitverkoop en dan raak je de dingen kwijt, maar dieren is iets anders, daar gaat tijd overheen voor je iets kan veranderen.
Toen, 10 jaar geleden, stopten acht boeren per dag ermee, ik weet niet hoe het op dit moment is. 'Zorg om boer en tuinder', daar heb ik 10 jaar vrijwilligerswerk gedaan, maar die huisbezoeken, dat vond ik voor mij een beetje teveel worden. Je moest met die mensen mee naar de woningbouwvereniging en ik wil niet met mensen naar de rechtbank. Al die problemen heb ik 10 jaar aangehoord en heb ik zelf allemaal gehad, maar het is meer dan een luisterend oor zijn …. In Brabant en Limburg zijn er dezelfde problemen, maar in het Noorden was het heel anders dan hier, na die varkenspest.

Jan: De paar boeren die er zijn die hebben geen opvolger. Mijn broer heeft een tegelzettersbedrijf en
de afgelopen jaren was het zo dat, wie het laagste had ingeschreven, die kreeg het. En nu bellen ze op, wanneer heb je tijd, ze vragen niet eens meer wat het kost. In de bouw komen ze heel veel mensen te kort. Want wie wil er met de hand werken? Ze willen allemaal leren leren leren want ze denken dat is de toekomst. In de techniek hebben ze minder mensen nodig, maar bij het handwerk hebben ze tekorten.
Onze zoon, dan was ie nog maar zo'n menneke, vanaf het begin gaf ie aan, bij de eerste communie
vroeg de pastoor: wat wil je worden? Dan zei hij: timmerman. En dat is hij ook geworden. Laatst vroeg hij me: zou ons pap het niet erg vinden dat ik het bedrijf niet heb overgenomen? En ik zei: Nee, had je dat maar eerder gevraagd, want nee ik ben zo blij dat je dat niet gedaan hebt. Ik zou er niet aan moeten denken dat je dat nou zo had, de problemen zijn gigantisch.”

Een ander leventje

“Voor onze kinderen was het toen, na de varkenspest een zware tijd; de oudste had het op dat moment erg moeilijk, ze had een vriendje in de stad en bij ons waren er veel problemen. Die ging ’s avonds liever op een terrasje zitten en door de week bij de Japanner eten, maar bij ons kon dat niet…. Hij mocht op woensdagavond langskomen, zo was dat in die tijd. Ze ging echter met de scooter en de bus en ze kwam er wel. Maar ze is toen opeens van vandaag op morgen vertrokken… Ja, daar hebben we toen wel een paar slechte weken van gehad, moet dat nou zó, dat met onze dochter ook nog erbij?! Vanuit haar snap ik dat wel, dat was een heel ander leventje, daar in de stad. We hadden de stallen ingericht voor de toekomst, maar omdat we goed draaiden hadden we meer fosfaat en toen kregen we controle. Toen hebben we voor meer dan een ton quotum bijgekocht, maar toen kwam de varkenspest en het fokverbod! En toen kwam de bank met: einde financiering!! Toen snapte zij daar niets van. De jongste twee waren thuis en die hebben het anders beleefd. En het is pas nu dat ze denken: potverdorie!!!”

“Van generatie naar generatie kun je niet vergelijken”

“En onze jongste is echt sociaal, wilde advocaat worden, maar wel 'van de goeien', zei ze dan.
Uiteindelijk, doordat bij ons …. is ze van gymnasium naar atheneum naar havo gegaan, haar zus ineens vertrokken, daar had ze veel moeite mee. Ze heeft uiteindelijk haar Havo-diploma gehaald, ze had ook nog de ziekte van Pfeiffer gehad. En nu heeft ze voor bedrijfsleidster bijgeleerd en het hartstikke naar haar zin. En onze schoonzoon is een eigen bedrijf begonnen. Een ballonnenwinkel bij bruiloften en partijen, in een grote loods. Hij snapte er toen niks van, hoe kan dat nou met de banken …. einde financiering, hoe heeft dat zo ver kunnen komen. Dit is een andere branche, dit is toch weer anders, een winkel, gaat het slecht, dan sluit je de winkel en het is klaar …

Wij hebben ons ook schuldig gevoeld dat we het rijbewijs niet konden betalen voor onze kinderen; op het platteland heb je het nodig, dat moesten ze zelf betalen. Mijn moeder had het geld ook niet, ik moest dat ook zelf. Ik denk dat dat helemaal niet zo verkeerd is, wij hebben dat ook geleerd: schouders eronder …. Ze zeggen wel, we zijn eigenlijk niet tekort gekomen, zijn ze ook niet. Je kunt je eigen altijd spiegelen aan andere mensen … Met de KBO (ouderenbond) gaan we elke woensdag wandelen, gezond en mooi buitengebied en dan hebben we het erover: van generatie naar generatie kun je niet vergelijken. We kennen wel een paar die het thuis in de schoot geworpen hebben gekregen en die het niet gered hebben … “

Geluk en durf

Jan: “Geluk? Dat je vrijheid hebt, kijk ik bedoel, dat je gezond bent en je kunt je eigen dingen doen en dat het je kinderen goed gaat. Als het nou wel anders gelopen zou hebben, dan waren wij er nog steeds mee bezig. Minder werk, maar wel de zorgen; die voorbeelden kennen we wel. Al moesten wij 7 dagen in de week werken en daar had ik geen moeite mee, maar nu je in het latere werk zag dat je weekenden hebt … Spijt zou ik niet snel zeggen ..., dat na al die jaren ..., dan zeg ik toch: ik ben blij dat ik er van af ben.

De pest kwam in 1997, het kost 10 jaar van je leven en van toen tot 2007 hebben we alleen maar geprobeerd te overleven. Sommige boeren zijn naar Australië gegaan. Maar ze willen allemaal terug. Je moet overal werken voor je boterham. Hier wordt veel geklaagd, maar in het buitenland willen ze allemaal wonen. Welk land is beter? Qua sociale voorzieningen is Nederland zo slecht nog niet.“

Ardy: “Dat zal ik nooit vergeten daar in Middelburg, met de presentatie van Armoede Live in 2008, met Natasja Froger. Ik dacht, als ik het durf, dan ga ik dat zeggen. En ik heb gesproken, voor iedereen, dat is erg belangrijk geweest voor me. En ik heb het gezegd; het leven is net als ganzenborden. Je kan steeds opnieuw beginnen….. tenzij je in de put blijft zitten…. “

Tekst en interview: Ellie Smolenaars 
Beeld: Louis Brown

'Armoede Live 10 jaar later' kwam tot stand dankzij de Sociale Alliantie en de Stichting Niet voor Jezelf.

Met veel dank aan Saskia de Bruijne die de eerdere interviews met Jan en Ardy hield. In het uitgebreide interview in het boek Armoede Live! (2008) is hun levensverhaal van toen na te lezen en ze deden ook mee aan de korte film 'Arm in een rijk land' (dvd 2008). De foto's van toen zijn van Anneke Wardenbach. Ardy en Jan deden ook mee aan het KRO-programma De Wandeling (Uitzending 12 juli 2009).

Als je uit dit interview citeert, of van de kennis en ervaring van Johanna gebruik maakt, dan willen we je vragen de bronverwijzing 'Armoede Live 10 jaar later’ op te nemen, met de weblink naar dit volledige interview. Zo kunnen lezers de uitspraken altijd weer in de volledige context van dit interview lezen en plaatsen. Uit respect voor de geïnterviewden en met veel dank van alle betrokkenen.

Copyright: auteurs- en copyright berust bij de leveranciers van beeld en tekst. De Sociale Alliantie nodigt gebruikers uit tot respectvolle omgang met het gepubliceerde materiaal. Bij vragen rond gebruik van het materiaal kunt u zich wenden tot Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.

Afdrukken

Deel deze pagina via sociale media

logo armoede live 10jaarlater

logo expeditie sociale cooperatie

Adres

t.a.v. Amel Namane/ Sociale Alliantie
p/a FNV
Correspondentie per mail heeft de voorkeur:

mailadres2

Volg ons op sociale media