Armoede Live 10 jaar later: Andreas

Wil en empathie, humor, optimisme en vastberadenheid

Andreas is op 58-jarige leeftijd overleden op 6 april 2017.

Zijn familie en vrienden eren hem met mooie woorden in de Zeeuwse courant. 'In ons verdriet herinneren wij zijn wil en empathie'. En met een citaat in het Duits: 'Das einzig Wichtige im Leben sind die Spuren der Liebe, die wir hinterlassen, wenn wir gehen.' Het citaat is van Albert Schweitzer, de Zwitserse arts die in Gabon in Afrika een ziekenhuis stichtte waar de armsten der armsten welkom waren en alle ziektes behandeld werden. Zijn vrienden schrijven over 'Andreas (...) die zo van het leven genoot, ondanks zijn slopende ziekte MS' en 'je humor, optimisme en vastberadenheid zijn onvergetelijk. We gaan je missen.'

Andreas, 2008
Foto door Anneke Wardenbach

Ervaring en levensverhaal

Voor een interview na 10 jaar had ik een afspraak met Andreas op 30 maart 2017 om 16:00 uur in zijn huis. Maar op die ochtend werd ik gebeld omdat Andreas zojuist per ambulance naar het ziekenhuis was gegaan. Per mail had hij me nog een uitgebreide OV-routebeschrijving gestuurd. Ervoor had ik ontdekt dat hij nog les gaf op scholen over leven met een handicap. En toen ik zijn LinkedIn profiel bezocht, stond bij de categorie 'Experience': 'geen en op rust gesteld'. Dat is een bewonderenswaardig autonome daad op de niet altijd oprechte hyperactiviteit op social media als LinkedIn! Terwijl het 'geen ervaring' natuurlijk niet klopte, zoals ook tien jaar ervoor al bleek uit de fraaie interviews die Saskia de Bruijne met hem had voor Armoede Live 2008. Toen leefde Andreas al 10 jaar van een minimuminkomen en vertelde zijn levensverhaal vol ervaringen met werk, gezin en gezondheid.

De kern van Armoede Live is dat mensen zelf vertellen, dat het hun perspectief op de werkelijkheid is. Daarom kunnen de afgelopen 10 jaar niet gereconstrueerd worden door anderen te interviewen. Toen vertelde Andreas zijn verhaal om er anderen mee te helpen en daarom publiceren we nog een keer integraal zijn verhaal van toen in zijn woorden.

Bron: Armoede Live! 2008, pag. 44-47. Amsterdam: Aksant. ISBN 978 90 5260 311 7

In 2007 is Andreas 49 jaar en werkt als remedial teacher in het basisonderwijs. Andreas krijgt steeds meer verlammingsverschijnselen; hij heeft sinds twintig jaar Multiple Sclerose (MS). De laatste tien jaar leeft hij van een minimuminkomen. Andreas is alleenstaand en heeft een zoon van 19 jaar. Zijn zoon heeft onlangs een ernstig verkeersongeluk gehad.

2007/8: 'Op de lagere school had ik al een baantje. Op de vrijdagmiddag bakten ze bij de bakker altijd rozijnenbrood. En dan moest ieder brood in een plastic zak. Dus vrijdagmiddag, ik uit school bij de bakker het rozijnenbrood inpakken, vanaf mij negende jaar, en dan kreeg ik per ingepakt brood een cent. Dus dan had je zo 70, 80 cent en als het dan Pinksteren was, dan was het allemaal rozijnenbrood, dan had je wel eens twee gulden. En dan kwam ik thuis en dan zei mijn moeder, hoeveel heb je gehad? Dan liet je dat zien en zei ze: geef een deel aan mij. Ik zet het op je spaarboekje en de rest mag je houden.

Het systeem van mijn moeder is gewoon altijd gebleven. Op een gegeven moment deed ik het gewoon zelf, dus ja, als ik wat wilde kopen had ik altijd geld. Toen ik 18 was, kocht ik mijn eerste stereo-installatie, een kampeeruitrusting en een rugzak. Die tent van heeft overal gestaan, van Pinkpop tot in de Grand Canyon .... Mijn vader was huisarts dus daar moest het stil zijn en ik was nogal een lawaaimaker. Toen moest ik naar kostschool en op het internaat. Maar dat ging helemaal niet. Toen ik terugkwam heb ik Mavo gedaan en MTS en daarna de pedagogische Technische Hogeschool in Eindhoven. In Vlissingen heb ik les gegeven op de Zeevaartschool in wis- en natuurkunde en heb ik mijn vrouw leren kennen. We zijn getrouwd en toen is mijn zoon geboren en het jaar daarna kreeg ik te horen dat ik MS had.

Een nieuw lichaam

Nou, dan houdt alles op, je werkt houdt op, je gezinsleven komt onder druk te staan. Toen ik later alles weer een beetje op een rijtje had, heb ik gewoon gezegd: dan moet ik maar opnieuw beginnen. Ondertussen was ik al gescheiden. En je solliciteert en ze zeggen: prachtig maar we bellen je nog wel. Nou ze moeten nóg bellen. Ze nemen je gewoon niet aan. Het was toen de jaren tachtig, dus het was overal heel slecht. Ik zat in de bijstand. Op een gegeven moment gaat bijna niks meer. Het is financieel zo zwak. Ik had toen 800 gulden in de maand en dan moest ik daar nog alimentatie van betalen voor het kind, nu was dat was geen probleem maar dan wordt het steeds minder voor jezelf. En je moet toch je huur betalen en je verzekeringen.

Via de WSW heb ik eerst zeven jaar kantoorwerk gedaan. Nou als je echt wilt afstompen, moet je dat doen. Dat was echt erg, dat was echt Debiteuren Crediteuren. Ja, sommige mensen doen het graag en zijn er blij mee, maar daar moet je echt een type voor zijn. Nou ik dus niet. Wat moest ik anders?! Toen werd er in ons bedrijf een nieuwe tak opgestart dat tot taak had mensen te reïntegreren. Die manager kende ik al vanaf mijn achttiende, want die liep de glazen op te halen in ’t café waar ik vaak kwam en is later getrouwd met een schoolkameraad van mij. Toen ben ik bij haar op de afdeling terecht gekomen. Ook kantoorwerk.

Toen heb ik weer een tijd in het ziekenhuis gelegen, voor de zoveelste keer, ja en mijn productiviteit was natuurlijk vreselijk slecht. Via internet had ik een beroepskeuzetest aangevraagd en toen kwam de uitslag: je moet remedial teacher worden. Een collega van me heeft toen ze haar dochter op de basisschool ging afhalen meteen een balletje opgegooid bij de directeur voor mij. Ik heb daar een heel positief gesprek gehad met de directeur van die basisschool en een dag later ben ik begonnen. Sommigen hadden zoiets van: zou dat dan wel gaan? En ik zei: op een school is altijd wat te doen. Ze hebben daar een school van 320 kinderen dus daar is zeker wat te doen.. Ik werk er nu al viereneenhalf jaar en heb fijne collega’s; het is ontzettend fijn. Het is gewoon voor jezelf ook erg fijn dat je ergens werkt waar je gewaardeerd wordt. Dat het nut heeft. Bij dat kantoorbaantje had ik dat gevoel echt niet.

Mijn inkomsten zakten ineens

Mijn inkomsten zakten toen ik ziek werd in enkele maanden naar het minimum. Als je maar een jaar of drie, vier gewerkt hebt, dan heb je niks opgebouwd. Nu ben ik gedeeltelijk hulpbehoevend verklaard en heb ik 1300 euro uit de WAO en dan heb ik daarbovenop nog iets meer dan 100 euro van wat ik via de WSW verdien, maar dan heb ik in ieder geval de ziektekostenpremie betaald en die van mijn zoon. Ik ben niet in de schulden gekomen, want daar ben ik panisch voor. Dan kom je er nooit meer uit. Soms kwam dat spook wel eens bovendrijven en dat vind ik zo erg. Nadat ik gescheiden ben heb ik nooit meer schulden gehad, ondanks dat de situatie absoluut nijpend was. Met z’n tweeën leven we nu van 250 euro per maand. We kopen alleen het hoognodige: eten. Kleding koop ik in de uitverkoop en de winterjas is dan voor volgend jaar.

De thuiszorg komt alleen om me uit bed te halen en te wassen. Ik heb drie gezinnen om me heen die me helpen, mantelzorg. ’s Middags komt er iemand om m’n brood te smeren, ’s avonds komt er iemand die geeft me te eten en ’s avonds komt er iemand om me in bed te leggen. Het kan allemaal ook wel met de thuiszorg, maar als je pech hebt, dan leggen ze je om half negen in bed, ja! Dan ben je helemaal afhankelijk. Zoals het nu is, heb ik het nog een beetje in eigen hand. En ik heb een hulphond. Die doet wat ik met mijn handen niet kan: licht aan doen, jas uittrekken, deur open doen, broek uittrekken. ’t Is ontzettend handig. En alles wat je vallen laat, dat raapt ze op. Ze is ongelofelijk geduldig.

Zelf eerste stap zetten

De reguliere geneeskunde heeft wel dingen al ontdekt over erfelijkheid en ik heb zo’n goede band met de neuroloog. Hij zegt: als er iets wordt ontdekt, denk maar niet dat ik jou dan vergeet. Maar hopen, nee dat niet. Ik ga er maar van uit dat het niet zo is en als het wel zo is, dan is het mooi meegenomen.

Veel kan je regelen met mekaar. Iedereen kent iedereen hier, het is een kleine gemeenschap. En als je veel mensen kent, kun je samen naar een oplossing zoeken. Maar als m’n mantelzorg wegvalt, dan ben ik wel verplicht om naar een verpleeghuis te gaan. Of je moet het grote lot een keertje winnen, dan huur ik wel een verpleegster. Dan zal ik er wel eentje uitzoeken, ja! Je kunt ook een au-pair laten komen en die kosten zoiets van drie euro per gewerkt uur. Er is een heel netwerk vanuit Amsterdam, dat zijn dan mensen uit Oost-Europa, Azië, verplegers, verpleegsters, die graag dan een jaar naar Nederland komen. Als de thuiszorg wegvalt, dan is dat altijd nog een mogelijkheid.

Hoe het verder moet, dat weet ik ook niet. Ik wacht eigenlijk ook maar af. De meeste mensen met MS worden ook niet zo oud. Ik hoop alleen dat m’n zoon dan op zichzelf staat. Iets van begeleid wonen of zo. Ik had wel gedacht dat, als ik er niet meer ben, dan kan hij hier blijven, maar dat is natuurlijk helemaal veranderd, sinds die hersenbloeding. Hij heeft bij alles begeleiding nodig.

Die kindertekeningen zijn van toen mijn zoon dat ongeluk heeft gehad, toen ben ik zelf ook weer een periode opgenomen geweest. Van de kinderen van mijn school kreeg ik allemaal tekeningen en brieven, dus wat dat betreft vergeten ze me niet. Ik geef nog steeds les. Wel minder, want ’s ochtends moet ik wachten tot ze me van de thuiszorg uit mijn bed komen halen, want ik kan zelf niet meer opstaan. Ik vertrek om half tien naar mijn werk en begin om tien uur en dan werk ik tot twaalf uur. Dit jaar heb ik leerlingen van groep 6 en ze zijn op school blij met wat ik doe.'

Deze tekst stamt uit: pag. 44-47 in: Armoede Live! (2008). Amsterdam: Aksant. ISBN 978 90 5260 311 7

Interviews: Saskia de Bruijne
© Tekst: Ellie Smolenaars
© Beeld: Anneke Wardenbach

'Armoede Live 10 jaar later' kwam tot stand dankzij de Sociale Alliantie en de Stichting Niet voor Jezelf.

Als je uit dit interview citeert, of van de kennis en ervaring van Johanna gebruik maakt, dan willen we je vragen de bronverwijzing 'Armoede Live 10 jaar later’ op te nemen, met de weblink naar dit volledige interview. Zo kunnen lezers de uitspraken altijd weer in de volledige context van dit interview lezen en plaatsen. Uit respect voor de geïnterviewden en met veel dank van alle betrokkenen.

Copyright: auteurs- en copyright berust bij de leveranciers van beeld en tekst. De Sociale Alliantie nodigt gebruikers uit tot respectvolle omgang met het gepubliceerde materiaal. Bij vragen rond gebruik van het materiaal kunt u zich wenden tot Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.

Afdrukken